Huis

Bijbelteksten

Job 15:28En heeft bewoond verdelgde steden, [en] huizen, die men niet bewoonde, die gereed waren tot [steen]hopen te worden.
Job 21:9Hun huizen hebben vrede zonder vreze, en de roede Gods is op hen niet.
Job 22:18Hij had immers hun huizen met goed gevuld; daarom is de raad der goddelozen verre van mij.
Job 24:16In de duisternis doorgraaft hij de huizen, [die] zij zich des daags afgetekend hadden; zij kennen het licht niet.
Psalm 49:12Hun binnenste gedachte is, dat hun huizen zullen zijn in eeuwigheid, hun woningen van geslacht tot geslacht; zij noemen de landen naar hun namen.
Psalm 132:3Zo ik in de tent mijns huizes inga, zo ik op de koets van mijn bed klimme!
Spreuken 1:13Alle kostelijk goed zullen wij vinden, onze huizen zullen wij met roof vullen.
Prediker 2:4Ik maakte mij grote werken, ik bouwde mij huizen, ik plantte mij wijngaarden.
Hooglied 1:17De balken onzer huizen zijn cederen, onze galerijen zijn cypressen.
Jesaja 3:14De HEERE komt ten gerichte tegen de oudsten Zijns volks en deszelfs vorsten, want gijlieden hebt dezen wijngaard verteerd; de roof des ellendigen is in uwe huizen.
Jesaja 5:8Wee dengenen, die huis aan huis trekken, akker aan akker brengen, totdat er geen plaats meer zij, en dat gijlieden alleen inwoners gemaakt wordt in het midden des lands!
Jesaja 5:9Voor mijn oren [heeft] de HEERE der heirscharen [gesproken]: Zo niet vele huizen tot verwoesting zullen worden, de grote en de treffelijke zonder inwoner!
Jesaja 6:11Toen zeide ik: Hoe lang, Heere? En Hij zeide: Totdat de steden verwoest worden, zodat er geen inwoner zij, en de huizen, dat er geen mens zij, en dat het land met verwoesting verstrooid worde.
Jesaja 8:14Dan zal Hij [ulieden] tot een Heiligdom zijn; maar tot een steen des aanstoots en tot een rotssteen der struikeling den twee huizen van Israel, tot een strik en tot een net den inwoners te Jeruzalem.
Jesaja 13:16Ook zullen hun kinderkens voor hun ogen verpletterd worden; hun huizen zullen geplunderd, en hun vrouwen geschonden worden.
Jesaja 13:21Maar daar zullen nederliggen de wilde dieren der woestijnen, en hun huizen zullen vervuld worden met schrikkelijke gedierten, en daar zullen de jonge struisen wonen, en de duivelen zullen er huppelen.
Jesaja 22:10Gij zult ook de huizen van Jeruzalem tellen; en gij zult huizen afbreken, om de muren te bevestigen.
Jesaja 24:10De woeste stad is verbroken, al de huizen staan gesloten, dat er niemand inkomen kan.
Jesaja 65:21En zij zullen huizen bouwen en bewonen, en zij zullen wijngaarden planten, en derzelver vrucht eten.
Jeremia 5:27Gelijk een kouw vol is van gevogelte, alzo zijn hun huizen vol van bedrog; daarom zijn zij groot en rijk geworden.

TuinTuin