Job 6:27 | Ook werpt gij u op een wees; en gij graaft tegen uw vriend. |
Job 12:4 | Ik ben het, [die] zijn vriend een spot is, [maar] roepende tot God, Die hem verhoort; de rechtvaardige [en] oprechte is een spot. |
Job 16:20 | Mijn vrienden zijn mijn bespotters; [doch] mijn oog druipt tot God. |
Job 16:21 | Och, mocht men rechten voor een man met God, gelijk een kind des mensen voor zijn vriend. |
Job 17:5 | Die met vleiing den vrienden [wat] aanzegt, ook zijner kinderen ogen zullen versmachten. |
Job 19:21 | Ontfermt u mijner, ontfermt u mijner, o gij, mijn vrienden! want de hand Gods heeft mij aangeraakt. |
Job 32:3 | Zijn toorn ontstak ook tegen zijn drie vrienden, omdat zij, geen antwoord vindende, nochtans Job verdoemden. |
Job 35:4 | Ik zal u antwoord geven, en uw vrienden met u. |
Job 42:7 | Het geschiedde nu, nadat de HEERE die woorden tot Job gesproken had, dat de HEERE tot Elifaz, den Themaniet, zeide: Mijn toorn is ontstoken tegen u, en tegen uw twee vrienden, want gijlieden hebt niet recht van Mij gesproken, gelijk Mijn knecht Job. |
Job 42:10 | En de HEERE wendde de gevangenis van Job, toen hij gebeden had voor zijn vrienden; en de HEERE vermeerderde al hetgeen Job gehad had tot dubbel zoveel. |
Psalm 35:14 | Ik ging steeds, alsof het een vriend, alsof het mij een broeder geweest ware; ik ging gebukt in het zwart, als een, die over [zijn] moeder treurt. |
Psalm 38:12 | Mijn liefhebbers en mijn vrienden staan van tegenover mijn plage, en mijn nabestaanden staan van verre. |
Psalm 88:19 | Gij hebt vriend en metgezel verre van mij gedaan; mijn bekenden zijn [in] duisternis. |
Psalm 122:8 | Om mijner broederen en mijner vrienden wil, zal ik nu spreken, vrede zij in u! |
Spreuken 13:20 | Die met de wijzen omgaat, zal wijs worden; maar die der zotten metgezel is, zal verbroken worden. |
Spreuken 14:20 | De arme wordt zelfs van zijn vriend gehaat; maar de liefhebbers des rijken zijn vele. |
Spreuken 16:28 | Een verkeerd man zal krakeel inwerpen; en een oorblazer scheidt den voornaamsten vriend. |
Spreuken 17:9 | Die de overtreding toedekt, zoekt liefde; maar die de zaak weder ophaalt, scheidt den voornaamsten vriend. |
Spreuken 17:17 | Een vriend heeft te aller tijd lief; en een broeder wordt in de benauwdheid geboren. |
Spreuken 18:24 | Een man, die vrienden heeft, heeft zich vriendelijk te houden; want er is een liefhebber, die meer aankleeft dan een broeder. |