Bidden

Bijbelteksten

1 Thessalonicensen 4:1Voorts dan, broeders, wij bidden en vermanen u in den Heere Jezus, gelijk gij van ons ontvangen hebt, hoe gij moet wandelen en Gode behagen, dat gij [daarin] meer overvloedig wordt.
1 Thessalonicensen 5:17Bidt zonder ophouden.
1 Thessalonicensen 5:25Broeders, bidt voor ons.
2 Thessalonicensen 1:11Waarom wij ook altijd bidden voor u, dat onze God u waardig achte der roeping, en vervulle al het welbehagen [Zijner] goedigheid, en het werk des geloofs met kracht.
1 Timotheus 2:1Ik vermaan dan voor alle dingen, dat gedaan worden smekingen, gebeden, voorbiddingen, dankzeggingen, voor alle mensen;
1 Timotheus 2:8Ik wil dan, dat de mannen bidden in alle plaatsen, opheffende heilige handen, zonder toorn en twisting.
Hebreeen 7:25Waarom Hij ook volkomenlijk kan zalig maken degenen, die door Hem tot God gaan, alzo Hij altijd leeft om voor hen te bidden.
Hebreeen 13:18Bidt voor ons; want wij vertrouwen, dat wij een goed geweten hebben, als die in alles willen eerlijk wandelen.
Jakobus 4:3Gij bidt, en gij ontvangt niet, omdat gij kwalijk bidt, opdat gij het in uw wellusten doorbrengen zoudt.
Jakobus 5:13Is iemand onder u in lijden? Dat hij bidde. Is iemand goedsmoeds? Dat hij psalmzinge.
Jakobus 5:14Is iemand krank onder u? Dat hij tot zich roepe de ouderlingen der Gemeente, en dat zij over hem bidden, hem zalvende met olie in den Naam des Heeren.
Jakobus 5:16Belijdt elkander de misdaden, en bidt voor elkander, opdat gij gezond wordt; een krachtig gebed des rechtvaardigen vermag veel.
Jakobus 5:17Elias was een mens van gelijke bewegingen als wij; en hij bad een gebed, dat het niet zou regenen; en het regende niet op de aarde in drie jaren en zes maanden.
Jakobus 5:18En hij bad wederom, en de hemel gaf regen, en de aarde bracht haar vrucht voort.
1 Petrus 3:12Want de ogen des Heeren zijn over de rechtvaardigen, en Zijn oren tot hun gebed; maar het aangezicht des Heeren is tegen degenen, die kwaad doen.
1 Johannes 3:22En zo wat wij bidden, ontvangen wij van Hem, dewijl wij Zijn geboden bewaren, en doen, hetgeen behagelijk is voor Hem.
1 Johannes 5:14En dit is de vrijmoedigheid, die wij tot Hem hebben, dat zo wij iets bidden naar Zijn wil, Hij ons verhoort.
1 Johannes 5:15En indien wij weten, dat Hij ons verhoort, wat wij ook bidden, zo weten wij, dat wij de beden verkrijgen, die wij van Hem gebeden hebben.
1 Johannes 5:16Indien iemand zijn broeder ziet zondigen een zonde niet tot den dood, die zal [God] bidden en Hij zal hem het leven geven, dengenen, [zeg ik], die zondigen niet tot den dood. Er is een zonde tot den dood; voor dezelve [zonde] zeg ik niet, dat hij zal bidden.
Judas 1:20Maar geliefden, bouwt gij uzelven op uw allerheiligst geloof, biddende in den Heiligen Geest;

Livius Onderwijs