Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
פּוּאָה H6312 "Puah, Pua, Phuvah",
פּוּאָ֛ה Meekrap (Rubia tinctorum L.)
Bijbel
In de Bijbel komt de plant alleen voor als eigennaam bij een drietal
personen, nl. bij een zoon van Issachar (Gen 46:13), de vader van de
richter Tolah (Richt 10:1) en bij een van de vroedvrouwen die de farao
weerstonden (Ex. 1:15). Hoewel dit laatste niet zeker is en van
Egyptische oorsprong kan zijn.
Terminologie
De Hebreeuwse naam voor Meekrap is פּוּאָ֛ה puah, puvah of fuah, in het Arabisch fuwwa.
Botanie
Taxonomische indeling |
- Rijk: Plantae (Planten)
- Superdivisie: Spermatophyta
|
De plant Meekrap (Rubia tinctorum) is een zeer oud gewas waar men uit de wortelstok een rode kleurstof won.
Verspreidingsgebied
Het oorspronkelijke verspreidingsgebied van de plant is Klein-Azië en het oostelijk Middellandse-Zeegebied.
Geschiedenis
Steden in dit gebied zoals Thyatira en Sardis waren bekend geworden wegens hun productie en handel van purperen stoffen. Zo wordt in de Bijbel gesproken over een zekere Lydia die een purperverkoopster was en woonde in de stad Thyatira (Hand 16:14) en een volgeling was van Paulus. Hoe belangrijk de productie van deze purperen verfstoffen was blijkt dat ze tot in de vorige eeuw toe onder de naam "Turkey Red" verkocht.
Bij kledingstukken gevonden bij archeologische opgravingen in Israël is
gebleken dat de rode kleurstof van de Meekrap was. In de vijftiende
eeuw was Nederland het belangrijkste productiegebied van de Meekrap, en
dan vooral in Zeeland.
Helaas is door het veelvuldig gebruik, de Meekrap een zeldzame verschijnen geworden in alle boven genoemde gebieden. Misschien dat de plant zich kan herstellen, nu er chemische kleurstoffen voor in de plaats zijn gekomen.