‹ Kerken: Notre DameOh die wet... ›
Profetie en het Wachttorengenootschap
Gepubliceerd op 16-02-2010

Soms heb je dat, gaat de deurbel en staat daar een aardige man of vrouw van het Wachttorengenootschap. In gesprek gaan met deze Jehovah's getuigen is soms lastig, dus wat doe je, het gesprek afwimpelen of toch doorgaan? David Moerman besloot tot het laatste en heeft naar aanleiding van deze gesprekken ook nog verschillende briefwisselingen gehad. Hieronder een van zijn brieven, geen makkelijke kost maar wel interessant:

Profetie en het Wachttorengenootschap
Deuteronomium 18:15-22
15 Een Profeet, uit het midden van u, uit uw broederen, als mij, zal u JHWH, uw God, verwekken; naar Hem zult gij horen;
16 Naar alles, wat gij van JHWH, uw God, aan Horeb, ten dage der verzameling, geëist hebt, zeggende: Ik zal niet voortvaren te horen de stem van JHWH, mijns Gods, en ditzelve grote vuur zal ik niet meer zien, dat ik niet sterve.
17 Toen zeide JHWH tot mij: Het is goed, wat zij gesproken hebben.
18 Een Profeet zal Ik hun verwekken uit het midden hunner broederen, als u; en Ik zal Mijn woorden in Zijn mond geven, en Hij zal tot hen spreken alles, wat Ik Hem gebieden zal.
19 En het zal geschieden, de man, die niet zal horen naar Mijn woorden, die Hij in Mijn Naam zal spreken, van dien zal Ik het zoeken.
20 Maar de profeet, die hoogmoediglijk zal handelen, sprekende een woord in Mijn Naam, hetwelk Ik hem niet geboden heb te spreken, of die spreken zal in den naam van andere goden, dezelve profeet zal sterven.
21 Zo gij dan in uw hart zoudt mogen zeggen: Hoe zullen wij het woord kennen, dat JHWH niet gesproken heeft?
22 Wanneer die profeet in den Naam van JHWH zal hebben gesproken, en dat woord geschiedt niet, en komt niet; dat is het woord, dat JHWH niet gesproken heeft; door trotsheid heeft die profeet dat gesproken; gij zult voor hem niet vrezen.

Profeten in de Bijbel
In de Bijbel vinden we veel voorbeelden van profeten. Denk bijvoorbeeld aan Elia, Elisa en de profeten die een Bijbelboek hebben geschreven. Wat was het werk van deze profeten? Het idee wat we vaak hebben is dat profeten hoofdzakelijk dingen zeggen over de toekomst, dingen die hen door God zijn ingegeven. Maar de meeste profeten in de Bijbel hielden zich bezig met het onderwijs en het onderzoek van het Woord van God, een voorbeeld hiervan zijn de zogeheten 'profetenscholen' in de tijd van o.a. Elisa. Dus, het werk van een profeet kan bestaan uit:
In het gedeelte uit Deuteronomium is ook sprake van profeten. Eigenlijk gaat het in dit gedeelte over twee profeten, namelijk de profeet die God zal geven en die eenzelfde positie zal innemen als Mozes, en daarmee in contrast de valse profeet die God niet gestuurd heeft. Ik wil deze twee profeten los van elkaar behandelen.

De door God gezonden profeet
God belooft in dit gedeelte dat Hij een profeet zal sturen, in de lijn van Mozes. De reden waarom Hij dit doet, staat in vers 16. Nadat God de wet had gegeven op de Sinai, was het volk bevreesd geworden. Daarom verzocht het volk om Gods eigen stem niet meer te hoeven horen, en het had gevraagd of Mozes als tussenpersoon wilde optreden - omdat ze bang waren dat ze anders zouden sterven (vergelijk Ex. 20:19).
God gaat hierin mee (Deut. 18:17). En er komt een tussenpersoon, net als Mozes - namelijk de door God gezonden profeet. Deze profeet zal de woorden van JHWH moeten doorgeven aan het volk. In vers 19 wordt het volk vermaand om naar deze profeet te luisteren, God zal er op terugkomen.

De valse profeet
In Deut. 18:20 wordt een andere profeet genoemd, namelijk een hoogmoedige profeet die wel de Naam van God gebruikt maar vervolgens dingen vertelt aan het volk die niet van God Zelf komen. Zo'n profeet kan de Naam van God gebruiken, en op die manier een schijn van waarheid geven aan zijn profetie. Een voorbeeld hiervan vinden we in de geschiedenis van de profeet Zedekia en koning Achab, waarbij koning Achab eerst zijn eigen hof-profeten om advies vraagt voor hij ten oorlog trekt (1 Koningen 22). Zedekia zegt dan het volgende:
1 Kon. 22:11 En Zedekia, de zoon van Kenaana, had zich ijzeren horens gemaakt; en hij zeide: Zo zegt JHWH: Met deze zult gij de Syriers stoten, totdat gij hen gans verdaan zult hebben.
Uit de context blijkt heel duidelijk dat wat Zedekia hier als 'het woord van JHWH' brengt, totaal onjuist is. De Godvrezende profeet Micha laat een heel ander woord van God horen.
Wat moet er met een valse profeet gebeuren? Deut. 18:20 is er heel duidelijk over: '...dezelve profeet zal sterven'.

Het onderscheidingsprobleem
Maar, als zowel de goede profeet als de valse de naam van JHWH gebruikt, hoe kan het volk dan bepalen wat wel en wat niet van JHWH afkomstig is? De geschiedenis van Zedekia, Micha, Achab en Josafat laat zien dat dit inderdaad verwarrend kan zijn. Zowel Zedekia als Micha stellen het woord van JHWH te hebben gekregen, en Achab en Josafat moeten dan maar bepalen wie er gelijk heeft. Josafat weet blijkbaar uit ervaring dat de profeten van Achab valse profeten zijn, want hij vraagt Achab expliciet om profeten van JHWH. Maar de vraag blijft staan, hoe kan je een valse profeet ontmaskeren?
Het antwoord in Deuteronomium 18:21-22 is op het eerste gezicht misschien wat onbevredi

gend, omdat de valse profeet pas laat kan worden ontmaskerd: namelijk als duidelijk is dat zijn profetie niet is uitgekomen. Toch is dit wel heel eerlijk en helder, en is het niet afhankelijk van gevoel maar alleen van feiten.

Het Wachttorengenootschap als profeet
Het Wachttorengenootschap heeft de taak van profeet op zich genomen, al dan niet expliciet . 1) Door alle boeken en traktaten die het genootschap verspreidt over de Bijbel is ze in ieder geval een profeet in de zin van Bijbelonderzoeker en -onderwijzer (zie de definitie onder 'Profeten in de Bijbel').
Echter, het Wachttorengenootschap neemt ook de andere rol van profeet op zich, namelijk het delen van nog niet eerder gedeelde boodschappen van God. Regelmatig krijgt het genootschap 'nieuw licht' van JHWH, en deelt zij dit met de leden.
Deze twee kanten van het profeet-zijn brengt en bracht het Wachttorengenootschap ertoe om specifieke voorspellingen te doen in de 20e eeuw. Zo is er de voorspelling geweest rond 1925, 1914 (met terugwerkende kracht) en 1975.
De voorspellingen werden meestal naar voren gebracht als resultaat van intensief en secuur bijbelonderzoek. Op basis van een aantal bijbelverzen en gedeelten meende het Wachttorengenootschap de conclusie te kunnen trekken dat er op bepaalde data iets zou gaan gebeuren, of reeds gebeurd was (in het geval van 1914).
Nemen wij de voorspelling rond 1975 in ogenschouw, dan wordt dit bijvoorbeeld als volgt verwoord (Awake!, October 8, 1968 - p. 23, artikel 'A Time To Lift Up your Head in Confident Hope):

True, there have been those in the past who predicted an ‘end to the world’, even announcing a specific date. (...) Yet, nothing happened. The ‘end’ did not come. They were guilty of false prophesying. Why? What was missing?
Missing was the full measure of evidence required in ful_llment of Bible prophecy. Missing from such people were God's truths and the evidence that he was guiding and using them.
But what about today? Today we have the evidence required, all of it. And it is overwhelming!
All the many, many parts of the great sign of the ‘last days’ are here, together with verifying Bible chronology.

Dit gedeelte is duidelijk genoeg! In het verleden waren er 'valse profeten' die ook bepaalde gebeurtenissen voorspelden, maar hun probleem was gebrek aan Bijbels bewijs. Het Wachttorengenootschap echter heeft dit bewijs wél. Het Wachttorengenootschap zag zich in dit artikel dus zeker niet als 'valse profeet' maar als een ware profeet.
In de Wachttoren / Ontwaakt! artikelen rond 1975 valt op dat het Wachttorengenootschap niet claimt dat ze een bijzondere openbaring van God ontvingen voor de voorspellingen rond 1975. '1975' wordt vooral gebracht als het logische resultaat van degelijk Bijbelonderzoek. We hebben echter gezien dat de Bijbelse definitie van een profeet niet alleen gaat over het doorgeven van bijzondere Godsopenbaringen, maar ook over het onderwijzen uit het Woord van God.

Het Wachttorengenootschap: Een valse of goede profeet?
Nu we hebben gezien dat het Wachttorengenootschap zichzelf ziet als een profeet, en om precies te zijn een door JHWH gebruikte profeet, kan de vraag worden gesteld of het profetenambt van het Wachttorengenootschap kan worden getoetst.
Voor de manier van toetsen keren we terug naar het Bijbelgedeelte uit Deuteronomium 18. We lezen daar over het onderscheid maken tussen valse en ware profeten, die beide in de naam van JHWH bepaalde dingen 'voorspeld' hebben. Als een profeet iets had voorspeld voor een bepaald moment, en dat moment verstrijkt zonder dat hetgene wat voorspeld was, ook daadwerkelijk gebeurt - dan kon de profeet als 'vals' ontmaskerd worden.
De voorspellingen die het Wachttorengenootschap gedaan heeft in de jaren vóór 1975 zijn niet uitgekomen. God heeft in 1975 geen einde gemaakt aan het oude systeem. Sterker nog, dat is ook in de 35 jaren erna niet gebeurd. We mogen dus stellen dat de uitspraken die door het Wachttorengenootschap zijn gedaan, onjuist waren. We hebben reeds aangetoond dat het genootschap de rol van profeet op zich heeft genomen, en dus kunnen de voorspellingen rond 1975 als profetische voorspellingen worden aangeduid.
Wanneer we dit alles bij elkaar brengen, ontstaat de onontkoombare conclusie dat de uitspraken rond 1975 in de categorie 'valse profetie' vallen. In Deuteronomium 18:20-22 wordt de betrouwbaarheid van de profeet gemeten aan de betrouwbaarheid van zijn uitspraken. Wanneer we dus concluderen dat de profetie vals is, mogen (en moeten) we dit doortrekken naar de profeet zelf.

Mag het Wachttorengenootschap dan geen fouten maken?
Een veelgehoorde tegenwerping hiertegen is: Het Wachttorengenootschap heeft toch erkend dat '1975' niet was wat men ervan verwachtte? Daar is men toch op teruggekomen? We kunnen daar inderdaad een aantal voorbeelden van geven, bijvoorbeeld uit de Wachttoren van Juni 1980:
'In De Wachttoren van 15 oktober 1976, waarin werd gezegd dat het niet raadzaam was ons blind te staren op een bepaalde datum, stond: "Mocht iemand teleurgesteld zijn omdat hij deze redenatie niet heeft gevolgd, dan dient hij zich er nu op te concentreren zijn zienswijze te herzien, terwijl hij beseft dat niet het woord van God in gebreke is gebleven of hem heeft misleid en teleurstelling heeft gebracht, maar dat zijn eigen inzicht op verkeerde gronden was gebaseerd.' 2)
Door het woordje "iemand" te gebruiken, bedoelde De Wachttoren allen onder Jehovah’s Getuigen die waren teleurgesteld, dus ook degenen die te maken hebben met het publiceren van de inlichtingen die ertoe hebben bijgedragen dat de verwachtingen rondom die datum werden opgebouwd.’
Maar dit kunnen we niet bepaald 'ruimhartig' noemen. Wat opvalt, is dat de voorspelling pas achteraf (na 1975) als verkeerd wordt bestempeld. Dat gebeurde niet toen er nog kansen waren dat de voorspelling uit zou komen. We kunnen dus stellen dat het Wachttorengenootschap wel was gedwongen om de voorspelling 'af te schrijven', er was geen mogelijkheid meer om het nog te repareren.
Vervolgens komt dan de vraag of het Wachttorengenootschap niet mag terugkomen op eerder gemaakte fouten, zelfs als dat pas achteraf gebeurt. In de diverse kerken en religies zijn door de eeuwen heen ook (soms verschrikkelijke) fouten gemaakt. Denk bijvoorbeeld aan de pauselijke oproep tot de kruistochten, of de verbranding van ketters - en de lijst kan nog veel langer worden gemaakt. Moet een kerkelijke groepering altijd worden aangekeken op wat in het verleden is gezegd of gedaan? Moeten we calvinisten oproepen op geen calvinist meer te zijn, omdat Calvijn de verbranding van Servet goedkeurde? Nee, uiteraard niet. Mensen moeten op hun eigen daden worden beoordeeld, niet op de daden van iemand uit het verleden. En er zullen maar heel weinig mensen zijn tegenwoordig die de kruistochten positief duiden, net zoals er maar weinig calvinisten zullen zijn die de doodstraf van Servet toejuichen. Men heeft van deze dingen helder en duidelijk afstand genomen.
Daarmee is echter niet alles gezegd. In het geval van het Wachttorengenootschap was er sprake van een valse profetie. De Bijbel laat geen enkele ruimte voor valse profeten. Het is niet genoeg dat men er achteraf op terugkomt, want het Wachttorengenootschap had al van te voren kunnen weten dat het een valse profetie was - omdat ze niet door God werden geleid toen ze de uitspraken deden. Werden ze wel door God geleid, dan hadden ze deze profetie niet gedaan.
Het Wachttorengenootschap stelt dat ze wel degelijk door Gods Geest wordt geleid:
‘Beschouw ook eens het feit dat op de hele aarde alleen Jehovah's organisatie door Gods heilige geest of werkzame kracht wordt geleid (Zach. 4:6).’ (Wachttoren, oktober 1973, blz. 594) 3)
Maar wat een profeet over zichzelf zegt, is niet relevant. Het gaat erom wat God over hem zegt.
Tenslotte komt de vraag of het Wachttorengenootschap van deze dingen heeft geleerd. Men heeft erkend dat 1975 een vergissing was. Maar heeft men ook geleerd om in plaats van zélf voorspellingen te doen, het aan God over te laten? Is men minder vrijmoedig geworden in het gebruiken van Gods Naam voor de eigen voorspellingen? Dit is helaas niet het geval.
We kijken naar de voorspellingen rond 1914. Eén van deze voorspellingen was, dat de generatie die 1914 bewust had meegemaakt, niet volledig zou uitsterven voordat het 'einde' zou komen. Nog in 1984 werd deze stelling krachtig bevestigd, in de Wachttoren van mei dat jaar. Nog in 1995 stond in de Ontwaakt! Het volgende regeltje:
‘Why Awake! is published (...) Most important, this magazine builds con_dence in the Creator's promise of a peaceful and secure new world before the generation that saw the events of 1914 passes away’
Eind 1995 verdween dit regeltje uit de Ontwaakt!. Andermaal had de profeet vals geprofeteerd.
God heeft over valse profeten gesproken:
...door trotsheid heeft die profeet dat gesproken; gij zult voor hem niet vrezen. (Deut. 18:22)
...dezelve profeet zal sterven. (Deut. 18:20)
Is er dan geen redding mogelijk voor zo'n profeet? Redding zal alleen door genade kunnen worden verkregen, door vergeving - maar het Wachttorengenootschap heeft God daar nog nooit om gevraagd.

Voetnoten
1)
Expliciet bijvoorbeeld in de Watchtower van 1 april 1972 - het artikel 'They shall know that a prophet was among them'. In dit artikel staat: _He (God) had a 'prophet' to warn them. This 'prophet' was not one man, but was a body of men and women. (...) Today they are known as Jehovah's Christian witnesses’.
2) Ik heb dit citaat overgenomen van de volgende website: http://home.tiscali.nl/t661020/1975.htm. Ik had helaas geen toegang tot de Wachttoreneditie zelf. Mocht dit citaat niet correct zijn dan zal ik het bijwerken of verwijderen.
3) Zie vorige voetnoot.




Tags: Jehovah getuigen, Profetie, Uncategorized
Gerelateerde onderwerpen: Jehovah getuigen, Profetie

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken