‹ Bijbelquiz (165)Sporen van God #5 Hoe zit het met lijden? ›
Ruth: Naar God
Gepubliceerd op 10-04-2013

Maar Ruth zei: Dring er bij mij niet langer op aan u te verlaten en terug te gaan, bij u vandaan. Want waar u heen gaat, zal ik ook gaan, en waar u overnacht, zal ik overnachten. Uw volk is mijn volk en uw God mijn God. Waar u sterft, zal ik sterven, en daar zal ik begraven worden. De HEERE mag zó en nog veel erger doen: voorzeker, alleen de dood zal scheiding maken tussen mij en u.

Ruth 1: 16-17 (HSV)

Lazen we de vorige keer dat Naömi nog tegen Ruth zei dat haar schoonzuster is teruggekeerd naar haar volk en naar haar goden (vs. 15). Hier antwoord Ruth dat bij haar hier geen sprake van is. Niet alleen wil ze haar schoonmoeder niet verlaten, maar ze geeft ook aan dat ze diens God zal gaan volgen. Waarbij haar diepste motief voor deze keuze een  geloofsbeslissing is "Uw God is mijn God" (vs. 16). Daarmee heeft Ruth zich losgemaakt van de band met Moabietische god Kemos.

Dat dit niet zomaar een geloofsbevestiging is blijkt uit het volgende vers waar ze door middel van een soort zelfvervloeking dit bevestigd met een formule voor het geval dat zij haar belofte niet zou nakomen "De HEERE mag zó en nog veel erger doen: voorzeker, alleen de dood zal scheiding maken tussen mij en u". Hierbij valt op dat de vervloeking volledig duidelijk is, maar niet wordt uitgesproken. We komen deze eedformule vaker tegen, zo zegt Saul "God mag zó en nog veel erger met mij doen. Voorzeker, Jonathan, jij moet zeker sterven" (1 Sam. 14:44), maar zie ook 1 Sam. 3:17; 20:13; 25:22; 2 Sam. 3:9,35; 19:13; 1 Kon. 2:23; 2 Kon. 6:31 waar we deze zelfvervloeking ook tegen komen.


Tags: Bijbelstudie, Ruth
Gerelateerde onderwerpen: Bijbelstudie, Ruth

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs