Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
| SV | Hoort dit woord, gij koeien van Basan! gij, die op den berg van Samaria zijt, die de armen verdrukt, die de nooddruftigen verplettert; gij, die tot hunlieder heren zegt: Brengt aan, opdat wij drinken. |
| WLC | שִׁמְע֞וּ הַדָּבָ֣ר הַזֶּ֗ה פָּרֹ֤ות הַבָּשָׁן֙ אֲשֶׁר֙ בְּהַ֣ר שֹֽׁמְרֹ֔ון הָעֹשְׁקֹ֣ות דַּלִּ֔ים הָרֹצְצֹ֖ות אֶבְיֹונִ֑ים הָאֹמְרֹ֥ת לַאֲדֹֽנֵיהֶ֖ם הָבִ֥יאָה וְנִשְׁתֶּֽה׃
|
| Trans. | šimə‘û hadāḇār hazzeh pārwōṯ habāšān ’ăšer bəhar šōmərwōn hā‘ōšəqwōṯ dallîm hārōṣəṣwōṯ ’eḇəywōnîm hā’ōmərōṯ la’ăḏōnêhem hāḇî’â wənišəteh: |
Algemeen
Zie ook: Basan (koeien v.), Basan / Bazan, Koe, Samaria
Aantekeningen
Hoort dit woord, gij koeien van Basan! gij, die op den berg van Samaria zijt, die de armen verdrukt, die de nooddruftigen verplettert; gij, die tot hunlieder heren zegt: Brengt aan, opdat wij drinken.
- gij koeien van Basan, het gaat hier over de vrouwen van Samaria, niet alleen blijkt dit uit dat ze "koeien van Basan" worden genoemd, maar ook dat verderop staat "gij, die tot hunlieder heren".
- koeien van Basan, Basan stond bekend om zijn goede weiden met doorvoede koeien en stieren (Deut. 32:14; Ps. 22:13; Ezech. 39:18; Mich. 7:14.). Dat de vrouwen hiermee worden vergeleken hoeft niet direct een denigrerend iets te zijn, in Hooglied zien we dat een vrouw met de merries van de farao wordt vergeleken (Hoogl. 1:9).
- Basan, Basan een gebied op de Golan-hoogte, in het noorden van Israël.
- Samaria, Samaria de hoofdstad van het noordelijke koninkrijk Israël, na de splitsing van het koninkrijk Israël. Later ook de naam van het gehele gebied.
- gij, die tot hunlieder heren, Namelijk de mannen van deze vrouwen die worden aangespoord om de armen te verdrukken.
Vertaalnotities
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
gij, die tot hunlieder heren
|
Hoort dit woord, gij koeien van Basan! gij, die op den berg van Samaria zijt, die de armen verdrukt, die de nooddruftigen verplettert; gij, die tot hunlieder heren zegt: Brengt aan, opdat wij drinken.
____
- שִׁמְע֞וּ MT (4QXIIc);
- הַדָּבָ֣ר MT 4QXIIc; את הדבר Kennicott1 4 23 89 155 168 224 225 227 249 250 251 252 258 260 264 283;
- הַזֶּ֗ה MT 4QXIIc;
- פָּרֹ֤ות MT (4QXIIc);
- הַבָּשָׁן֙ MT; τῆς Βασανίτιδος LXX;
- הָעֹשְׁקֹ֣ות MT; העוש]קותx4QXIIc;
- דַּלִּ֔ים MT 4QXIIc;
- לַאֲדֹֽנֵיהֶ֖ם MT; לאדוניה]מהx4QXIIc;
- הָבִ֥יאָה MT; הביאוx4QXIIc αὐτῶν ἐπίδοτε LXX;
- וְנִשְׁתֶּֽה MT (4QXIIc);
- Voorkomend in 4Q78=4QXIIc (fragmentarisch);
Koop nu
Commentaar
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!
