SV | [Cheth.] [Maar nu] is hun gedaante verduisterd van zwartigheid, men kent hen niet op de straten; hun huid kleeft aan hun beenderen, zij is verdord, zij is geworden als een hout. |
WLC | חָשַׁ֤ךְ מִשְּׁחֹור֙ תָּֽאֳרָ֔ם לֹ֥א נִכְּר֖וּ בַּחוּצֹ֑ות צָפַ֤ד עֹורָם֙ עַל־עַצְמָ֔ם יָבֵ֖שׁ הָיָ֥ה כָעֵֽץ׃ ס |
Trans. | ḥāšaḵə miššəḥwōr tā’ŏrām lō’ nikərû baḥûṣwōṯ ṣāfaḏ ‘wōrām ‘al-‘aṣəmām yāḇēš hāyâ ḵā‘ēṣ: |
[Cheth.] [Maar nu] is hun gedaante verduisterd van zwartigheid, men kent hen niet op de straten; hun huid kleeft aan hun beenderen, zij is verdord, zij is geworden als een hout.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
[Cheth.] [Maar nu] is hun gedaante verduisterd van zwartigheid, men kent hen niet op de straten; hun huid kleeft aan hun beenderen, zij is verdord, zij is geworden als een hout.
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!