Romeinen 11:1

SVIk zeg dan: Heeft God Zijn volk verstoten? Dat zij verre; want ik ben ook een Israeliet, uit het zaad Abrahams, van den stam Benjamin.
Steph λεγω ουν μη απωσατο ο θεος τον λαον αυτου μη γενοιτο και γαρ εγω ισραηλιτης ειμι εκ σπερματος αβρααμ φυλης βενιαμιν
Trans.legō oun mē apōsato o theos ton laon autou mē genoito kai gar egō israēlitēs eimi ek spermatos abraam phylēs beniamin

Algemeen

Zie ook: Abraham, Israel (volk)
Jeremia 31:37, 2 Corinthiers 11:22, Filippenzen 3:5

Overzicht


Aantekeningen

Ik zeg dan: Heeft God Zijn volk verstoten? Dat zij verre; want ik ben ook een Israëliet, uit het zaad Abrahams, van den stam Benjamin.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

λεγω
Ik zeg

-
ουν
dan
μη
-
απωσατο
verstoten

-
ο
-
θεος
Heeft God
τον
-
λαον
volk
αυτου
Zijn
μη
Dat zij verre
γενοιτο
-

-
και
ook
γαρ
want
εγω
ik
ισραηλιτης
een Israëliet
ειμι
ben

-
εκ
uit
σπερματος
het zaad
αβρααμ
Abrahams
φυλης
van den stam
βενιαμιν
Benjamin

Ik zeg dan: Heeft God Zijn volk verstoten? Dat zij verre; want ik ben ook een Israëliet, uit het zaad Abrahams, van den stam Benjamin.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!