G240 ἀλλήλων
elkaar, wederzijds, wederkerig

Bijbelteksten

Romeinen 1:12Dat is, om mede vertroost te worden onder u, door het onderlinge geloof, zo het uwe als het mijne.
Romeinen 1:27En insgelijks ook de mannen, nalatende het natuurlijk gebruik der vrouw, zijn verhit geworden in hun lust tegen elkander, mannen met mannen schandelijkheid bedrijvende, en de vergelding van hun dwaling, die [daartoe] behoorde, in zichzelven ontvangende.
Romeinen 2:15[Als] die betonen het werk der wet geschreven in hun harten, hun geweten medegetuigende, en de gedachten onder elkander [hen] beschuldigende, of ook ontschuldigende).
Romeinen 12:5Alzo zijn wij velen een lichaam in Christus, maar elkeen zijn wij elkanders leden.
Romeinen 12:10Hebt elkander hartelijk lief met broederlijke liefde; met eer de een de ander voorgaande.
Romeinen 12:16Weest eensgezind onder elkander. Tracht niet naar de hoge dingen, maar voegt u tot de nederige. Zijt niet wijs bij uzelven.
Romeinen 13:8Zijt niemand iets schuldig, dan elkander lief te hebben; want die den ander liefheeft, die heeft de wet vervuld.
Romeinen 14:13Laat ons dan elkander niet meer oordelen; maar oordeelt dit liever, namelijk, dat gij den broeder geen aanstoot of ergernis geeft.
Romeinen 14:19Zo dan laat ons najagen, hetgeen tot den vrede, en hetgeen tot de stichting onder elkander [dient].
Romeinen 15:5Doch de God der lijdzaamheid en der vertroosting geve u, dat gij eensgezind zijt onder elkander naar Christus Jezus;
Romeinen 15:7Daarom neemt elkander aan, gelijk ook Christus ons aangenomen heeft, tot de heerlijkheid Gods.
Romeinen 16:16Groet elkander met een heiligen kus. De Gemeenten van Christus groeten ulieden.
1 Corinthiers 7:5Onttrekt u elkander niet, tenzij dan met [beider] toestemming voor een tijd, opdat gij u tot vasten en bidden moogt verledigen; en komt wederom bijeen, opdat u de satan niet verzoeke, omdat gij u niet kunt onthouden.
1 Corinthiers 11:33Zo dan, mijn broeders, als gij samenkomt om te eten, verwacht elkander.
1 Corinthiers 12:25Opdat geen tweedracht in het lichaam zij, maar de leden voor elkander gelijke zorg zouden dragen.
1 Corinthiers 16:20U groeten al de broeders. Groet elkander met een heiligen kus.
2 Corinthiers 13:12Groet elkander met een heiligen kus. U groeten al de heiligen.
Galaten 5:13Want gij zijt tot vrijheid geroepen, broeders, alleenlijk [gebruikt] de vrijheid niet tot een oorzaak voor het vlees; maar dient elkander door de liefde.
Galaten 5:15Maar indien gij elkander bijt en vereet, ziet toe, dat gij van elkander niet verteerd wordt.
Galaten 5:17Want het vlees begeert tegen den Geest, en de Geest tegen het vlees; en deze staan tegen elkander, alzo dat gij niet doet, hetgeen gij wildet.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken