Lukas 7:48 | En Hij zeide tot haar: Uw zonden zijn [u] vergeven. |
Lukas 7:49 | En die mede aanzaten, begonnen te zeggen bij zichzelven: Wie is Deze, Die ook de zonden vergeeft? |
Lukas 11:4 | En vergeef ons onze zonden; want ook wij vergeven aan een iegelijk, die ons schuldig is. En leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van den boze. |
Lukas 24:47 | En in Zijn Naam gepredikt worden bekering en vergeving der zonden, onder alle volken, beginnende van Jeruzalem. |
Johannes 1:29 | Des anderen daags zag Johannes Jezus tot zich komende, en zeide: Zie het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt! |
Johannes 8:21 | Jezus dan zeide wederom tot hen: Ik ga heen, en gij zult Mij zoeken, en in uw zonden zult gij sterven; waar Ik heenga, kunt gijlieden niet komen. |
Johannes 8:24 | Ik heb u dan gezegd, dat gij in uw zonden zult sterven; want indien gij niet gelooft, dat Ik [Die] ben, gij zult in uw zonden sterven. |
Johannes 8:34 | Jezus antwoordde hun: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Een iegelijk, die de zonde doet, is een dienstknecht der zonde. |
Johannes 8:46 | Wie van u overtuigt Mij van zonde? En indien Ik de waarheid zeg, waarom gelooft gij Mij niet? |
Johannes 9:34 | Zij antwoordden, en zeiden tot hem: Gij zijt geheel in zonden geboren, en leert gij ons? En zij wierpen hem uit. |
Johannes 9:41 | Jezus zeide tot hen: Indien gij blind waart, zo zoudt gij geen zonde hebben; maar nu zegt gij: Wij zien; zo blijft dan uw zonde. |
Johannes 15:22 | Indien Ik niet gekomen ware, en tot hen gesproken had, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij geen voorwendsel voor hun zonde. |
Johannes 15:24 | Indien Ik de werken onder hen niet had gedaan, die niemand anders gedaan heeft, zij hadden geen zonde; maar nu hebben zij ze gezien, en beiden Mij en Mijn Vader gehaat. |
Johannes 16:8 | En Die gekomen zijnde, zal de wereld overtuigen van zonde, en van gerechtigheid, en van oordeel: |
Johannes 16:9 | Van zonde, omdat zij in Mij niet geloven; |
Johannes 19:11 | Jezus antwoordde: Gij zoudt geen macht hebben tegen Mij, indien het u niet van boven gegeven ware; daarom die Mij aan u heeft overgeleverd, heeft groter zonde. |
Johannes 20:23 | Zo gij iemands zonden vergeeft, dien worden zij vergeven; zo gij iemands [zonden] houdt, [dien] zijn zij gehouden. |
Handelingen 2:38 | En Petrus zeide tot hen: Bekeert u, en een iegelijk van u worde gedoopt in den Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonden; en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen. |
Handelingen 3:19 | Betert u dan, en bekeert u, opdat uw zonden mogen uitgewist worden; wanneer de tijden der verkoeling zullen gekomen zijn van het aangezicht des Heeren, |
Handelingen 5:31 | Deze heeft God door Zijn rechter[hand] verhoogd [tot] een Vorst en Zaligmaker, om Israel te geven bekering en vergeving der zonden. |