G266 ἁμαρτία
doel missen, dwalen, vergissen (zich)

Bijbelteksten

1 Johannes 2:12Ik schrijf u, kinderkens, want de zonden zijn u vergeven om Zijns Naams wil.
1 Johannes 3:4Een iegelijk, die de zonde doet, die doet ook de ongerechtigheid; want de zonde is de ongerechtigheid.
1 Johannes 3:5En gij weet, dat Hij geopenbaard is, opdat Hij onze zonden zou wegnemen; en geen zonde is in Hem.
1 Johannes 3:8Die de zonde doet, is uit den duivel; want de duivel zondigt van den beginne. Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou.
1 Johannes 3:9Een iegelijk, die uit God geboren is, die doet de zonde niet, want Zijn zaad blijft in hem; en hij kan niet zondigen, want hij is uit God geboren.
1 Johannes 4:10Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons lief heeft gehad, en Zijn Zoon gezonden heeft [tot] een verzoening voor onze zonden.
1 Johannes 5:16Indien iemand zijn broeder ziet zondigen een zonde niet tot den dood, die zal [God] bidden en Hij zal hem het leven geven, dengenen, [zeg ik], die zondigen niet tot den dood. Er is een zonde tot den dood; voor dezelve [zonde] zeg ik niet, dat hij zal bidden.
1 Johannes 5:17Alle ongerechtigheid is zonde; en er is zonde niet tot den dood.
Openbaring 1:5En van Jezus Christus, Die de getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene uit de doden, en de Overste der koningen der aarde. Hem, Die ons heeft liefgehad, en ons van onze zonden gewassen heeft in Zijn bloed.
Openbaring 18:4En ik hoorde een andere stem uit den hemel, zeggende: Gaat uit van haar, Mijn volk, opdat gij aan haar zonden geen gemeenschap hebt, en opdat gij van haar plagen niet ontvangt.
Openbaring 18:5Want haar zonden zijn [de ene op de andere] gevolgd tot den hemel toe, en God is harer ongerechtigheden gedachtig geworden.

Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen