Lukas 15:18 | Ik zal opstaan en tot mijn vader gaan, en ik zal tot hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen den Hemel, en voor u; |
Lukas 15:20 | En opstaande, ging hij naar zijn vader. En als hij nog ver [van hem] was, zag hem zijn vader, en werd met innerlijke ontferming bewogen; en [toe]lopende, viel hem om zijn hals, en kuste hem. |
Lukas 16:31 | Doch [Abraham] zeide tot hem: Indien zij Mozes en de profeten niet horen, zo zullen zij ook, al ware het, dat er iemand uit de doden opstond, zich niet laten gezeggen. |
Lukas 17:19 | En Hij zeide tot hem: Sta op, en ga heen; uw geloof heeft u behouden. |
Lukas 18:33 | En [Hem] gegeseld hebbende, zullen zij Hem doden; en ten derden dage zal Hij wederopstaan. |
Lukas 22:45 | En als Hij van het gebed opgestaan was, kwam Hij tot Zijn discipelen, en vond hen slapende van droefheid. |
Lukas 22:46 | En Hij zeide tot hen: Wat slaapt gij? Staat op en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt. |
Lukas 23:1 | En de gehele menigte van hen stond op, en leidde Hem tot Pilatus. |
Lukas 24:7 | Zeggende: De Zoon des mensen moet overgeleverd worden in de handen der zondige mensen, en gekruisigd worden, en ten derden dage wederopstaan. |
Lukas 24:12 | Doch Petrus opstaande, liep tot het graf, en nederbukkende, zag hij de linnen doeken, liggende alleen, en ging weg, zich verwonderende bij zichzelven van hetgeen geschied was. |
Lukas 24:33 | En zij, opstaande ter zelfder ure, keerden weder naar Jeruzalem, en vonden de elven samenvergaderd, en die met hen waren; |
Lukas 24:46 | En zeide tot hen: Alzo is er geschreven, en alzo moest de Christus lijden, en van de doden opstaan ten derden dage. |
Johannes 6:39 | En dit is de wil des Vaders, Die Mij gezonden heeft, dat al wat Hij Mij gegeven heeft, Ik daaruit niet verlieze, maar hetzelve opwekke ten uitersten dage. |
Johannes 6:40 | En dit is de wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft, dat een iegelijk, die den Zoon aanschouwt, en in Hem gelooft, het eeuwige leven hebbe; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage. |
Johannes 6:44 | Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage. |
Johannes 6:54 | Die Mijn vlees eet, en Mijn bloed drinkt, die heeft het eeuwige leven; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage. |
Johannes 11:23 | Jezus zeide tot haar: Uw broeder zal wederopstaan. |
Johannes 11:24 | Martha zeide tot Hem: Ik weet, dat hij opstaan zal in de opstanding ten laatsten dage. |
Johannes 11:31 | De Joden dan, die met haar in het huis waren, en haar vertroostten, ziende Maria, dat zij haastelijk opstond en uitging, volgden haar, zeggende: Zij gaat naar het graf, opdat zij aldaar wene. |
Johannes 20:9 | Want zij wisten nog de Schrift niet, dat Hij van de doden moest opstaan. |