G599 ἀποθνήσκω
sterven

Bijbelteksten

Johannes 11:51En dit zeide hij niet uit zichzelven; maar, zijnde hogepriester deszelven jaars, profeteerde hij, dat Jezus sterven zou voor het volk;
Johannes 12:24Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Indien het tarwegraan in de aarde niet valt, en sterft, zo blijft hetzelve alleen; maar indien het sterft, zo brengt het veel vrucht voort.
Johannes 12:33(En dit zeide Hij, betekenende, hoedanigen dood Hij sterven zou.)
Johannes 18:32Opdat het woord van Jezus vervuld wierd, dat Hij gezegd had, betekenende, hoedanigen dood Hij sterven zoude.
Johannes 19:7De Joden antwoordden hem: Wij hebben een wet, en naar onze wet moet Hij sterven, want Hij heeft Zichzelven Gods Zoon gemaakt.
Johannes 21:23Dit woord dan ging uit onder de broederen, dat deze discipel niet zou sterven. En Jezus had tot hem niet gezegd, dat hij niet sterven zou, maar: Indien Ik wil, dat hij blijve, totdat Ik kome, wat gaat het u aan?
Handelingen 7:4Toen ging hij uit het land der Chaldeen, en woonde in Charran. En van daar, nadat zijn vader gestorven was, bracht Hij hem over in dit land, daar gij nu in woont.
Handelingen 9:37En het geschiedde in die dagen, dat zij krank werd en stierf; en als zij haar gewassen hadden, legden zij haar in de opperzaal.
Handelingen 21:13Maar Paulus antwoordde: Wat doet gij, dat gij weent, en mijn hart week maakt? Want ik ben bereid niet alleen gebonden te worden, maar ook te sterven te Jeruzalem voor den Naam van den Heere Jezus.
Handelingen 25:11Want indien ik onrecht doe, en iets des doods waardig gedaan heb, ik weiger niet te sterven; maar indien er niets is van hetgeen, waarvan dezen mij beschuldigen, zo kan niemand mij hun uit gunst overgeven. Ik beroep mij op den keizer.
Romeinen 5:6Want Christus, als wij nog krachteloos waren, is te Zijner tijd voor de goddelozen gestorven.
Romeinen 5:7Want nauwelijks zal iemand voor een rechtvaardige sterven; want voor den goede zal mogelijk iemand ook bestaan te sterven.
Romeinen 5:8Maar God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, als wij nog zondaars waren.
Romeinen 5:15Doch niet, gelijk de misdaad, alzo is ook de genadegift, want indien, door de misdaad van een, velen gestorven zijn, zo is veel meer de genade Gods, en de gave door de genade, die daar is van een mens Jezus Christus, overvloedig geweest over velen.
Romeinen 6:2Dat zij verre. Wij, die der zonde gestorven zijn, hoe zullen wij nog in dezelve leven?
Romeinen 6:7Want die gestorven is, die is gerechtvaardigd van de zonde.
Romeinen 6:8Indien wij nu met Christus gestorven zijn, zo geloven wij, dat wij ook met Hem zullen leven;
Romeinen 6:9Wetende, dat Christus, opgewekt zijnde uit de doden, niet meer sterft; de dood heerst niet meer over Hem.
Romeinen 6:10Want dat Hij gestorven is, dat is Hij der zonde eenmaal gestorven; en dat Hij leeft, dat leeft Hij Gode.
Romeinen 7:2Want een vrouw, die onder den man staat, is aan den levenden man verbonden door de wet; maar indien de man gestorven is, zo is zij vrijgemaakt van de wet des mans.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel