G1093 γῆ
Aarde, bouwland, grond, land, wereld

Bijbelteksten

Handelingen 27:39En toen het dag werd, kenden zij het land niet; maar zij merkten een zekeren inham, die een oever had, tegen denwelken zij geraden vonden, zo zij konden, het schip aan te zetten.
Handelingen 27:43Maar de hoofdman, willen Paulus behouden, belette hun dat voornemen, en beval, dat degenen, die zwemmen konden, zich eerst zouden afwerpen, en te land komen;
Handelingen 27:44En de anderen, sommigen op planken, en sommigen op enige [stukken] van het schip. En alzo is het geschied, dat zij allen behouden aan het land gekomen zijn.
Romeinen 9:17Want de Schrift zegt tot Farao: Tot ditzelve heb Ik u verwekt, opdat Ik in u Mijn kracht bewijzen zou, en opdat Mijn Naam verkondigd worde op de ganse aarde.
Romeinen 9:28Want Hij voleindt een zaak en snijdt ze af in rechtvaardigheid; want de Heere zal een afgesneden zaak doen op de aarde.
Romeinen 10:18Maar ik zeg: Hebben zij het niet gehoord? Ja toch, hun geluid is over de gehele aarde uitgegaan, en hun woorden tot de einden der wereld.
1 Corinthiers 8:5Want hoewel er ook zijn, die goden genaamd worden, hetzij in den hemel, hetzij op de aarde (gelijk er vele goden en vele heren zijn),
1 Corinthiers 10:26Want de aarde is des Heeren, en de volheid derzelve.
1 Corinthiers 10:28Maar zo iemand tot ulieden zegt: Dat is afgodenoffer; eet [het] niet, om desgenen wil, die [u dat] te kennen gegeven heeft, en [om] des gewetens wil. Want de aarde is des Heeren, en de volheid derzelve.
1 Corinthiers 15:47De eerste mens is uit de aarde, aards; de tweede Mens is de Heere uit den hemel.
Efeziers 1:10Om in de bedeling van de volheid der tijden, wederom alles tot een te vergaderen in Christus, beide dat in den hemel is, en dat op de aarde is;
Efeziers 3:15Uit Welken al het geslacht in de hemelen en op de aarde genoemd wordt,
Efeziers 4:9Nu dit: Hij is opgevaren; wat is het, dan dat Hij ook eerst is nedergedaald in de nederste delen der aarde?
Efeziers 6:3Opdat het u welga, en [dat] gij lang leeft op de aarde.
Colossenzen 1:16Want door Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zienlijk en die onzienlijk zijn, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen;
Colossenzen 1:20En dat Hij, door Hem vrede gemaakt hebbende door het bloed Zijns kruises, door Hem, [zeg ik], alle dingen verzoenen zou tot Zichzelven, hetzij de dingen, die op de aarde, hetzij de dingen die in de hemelen zijn.
Colossenzen 3:2Bedenkt de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn.
Colossenzen 3:5Doodt dan uw leden die op de aarde zijn, [namelijk] hoererij, onreinigheid, [schandelijke] beweging, kwade begeerlijkheid, en de gierigheid, welke is afgodendienst;
Hebreeen 1:10En: Gij, Heere! hebt in den beginne de aarde gegrond, en de hemelen zijn werken Uwer handen;
Hebreeen 6:7Want de aarde, die den regen, menigmaal op haar komende, indrinkt, en bekwaam kruid voortbrengt voor degenen, door welke zij ook gebouwd wordt, die ontvangt zegen van God;

Mede mogelijk dankzij