Handelingen 10:4 | En hij, de ogen op hem houdende, en zeer bevreesd geworden zijnde, zeide: Wat is het Heere? En hij zeide tot hem: Uw gebeden en uw aalmoezen zijn tot gedachtenis opgekomen voor God. |
Handelingen 10:10 | En hij werd hongerig, en begeerde te eten. En terwijl zij het bereidden, viel over hem een vertrekking van zinnen. |
Handelingen 10:13 | En er geschiedde een stem tot hem: Sta op, Petrus! slacht en eet. |
Handelingen 10:16 | En dit geschiedde tot drie maal; en het vat werd wederom opgenomen in den hemel. |
Handelingen 10:25 | En als het geschiedde, dat Petrus inkwam, ging hem Cornelius tegemoet, en vallende aan [zijn] voeten, aanbad hij. |
Handelingen 10:37 | Gijlieden weet de zaak, die geschied is door geheel Judea, beginnende van Galilea, na den doop, welken Johannes gepredikt heeft; |
Handelingen 10:40 | Dezen heeft God opgewekt ten derden dage, en gegeven, dat Hij openbaar zou worden; |
Handelingen 11:10 | En dit geschiedde tot driemaal; en alles werd wederom opgetrokken in den hemel. |
Handelingen 11:19 | Degenen nu, die verstrooid waren door de verdrukking, die over Stefanus geschied was, gingen [het land] door tot Fenicie toe, en Cyprus, en Antiochie, tot niemand het Woord sprekende, dan alleen tot de Joden. |
Handelingen 11:26 | En het is geschied, dat zij een geheel jaar [samen]vergaderden in de Gemeente, en een grote schare leerden; en dat de discipelen eerst te Antiochie Christenen genaamd werden. |
Handelingen 11:28 | En een uit hen, met name Agabus, stond op, en gaf te kennen door den Geest, dat er een grote hongersnood zou wezen over de gehele wereld; dewelke ook gekomen is onder den keizer Claudius. |
Handelingen 12:5 | Petrus dan werd in de gevangenis bewaard; maar van de Gemeente werd een gedurig gebed tot God voor hem gedaan. |
Handelingen 12:9 | En uitgaande volgde hij hem, en wist niet, dat het waarachtig was, hetgeen door den engel geschiedde, maar hij meende, dat hij een gezicht zag. |
Handelingen 12:11 | En Petrus, tot zichzelven gekomen zijnde, zeide: Nu weet ik waarachtiglijk dat de Heere Zijn engel uitgezonden heeft, en mij verlost heeft uit de hand van Herodes, en [uit] al de verwachting van het volk der Joden. |
Handelingen 12:18 | En als het dag was geworden, was er geen kleine beroerte onder de krijgsknechten, wat toch aan Petrus mocht geschied zijn. |
Handelingen 12:23 | En van stonde aan sloeg hem een engel des Heeren, daarom dat hij Gode de eer niet gaf; en hij werd van de wormen gegeten, en gaf den geest. |
Handelingen 13:5 | En gekomen zijnde te Salamis, verkondigden zij het woord Gods in de synagogen der Joden; en zij hadden ook Johannes tot een dienaar. |
Handelingen 13:12 | Als de stadhouder zag, hetgeen geschied was, toen geloofde hij, verslagen zijnde over de leer des Heeren. |
Handelingen 13:32 | En wij verkondigen u de belofte, die tot de vaderen geschied is, dat [namelijk] God dezelve vervuld heeft aan ons, hun kinderen, als Hij Jezus verwekt heeft. |
Handelingen 14:1 | En het geschiedde te Ikonium, dat zij te zamen gingen in de synagoge der Joden, en alzo spraken, dat een grote menigte, beiden van Joden en Grieken, geloofde. |