Markus 6:16 | Maar als het Herodes hoorde, zeide hij: Deze is Johannes, dien ik onthoofd heb; die is van de doden opgewekt. |
Markus 9:27 | En Jezus hem bij de hand grijpende, richtte hem op; en hij stond op. |
Markus 10:49 | En Jezus, [stil]staande, zeide, dat men hem roepen zou; en zij riepen den blinde, zeggende tot hem: Heb goeden moed; sta op; Hij roept u. |
Markus 12:26 | Doch aangaande de doden, dat zij opgewekt zullen worden, hebt gij niet gelezen in het boek van Mozes, hoe God in het doornenbos tot hem gesproken heeft, zeggende: Ik ben de God Abrahams, en de God Izaks, en de God Jakobs? |
Markus 13:8 | Want het [ene] volk zal tegen het [andere] volk opstaan, en het [ene] koninkrijk tegen het [andere] koninkrijk; en er zullen aardbevingen zijn in verscheidene plaatsen, en er zullen hongersnoden wezen, en beroerten. Deze dingen zijn [maar] beginselen der smarten. |
Markus 13:22 | Want er zullen valse christussen, en valse profeten opstaan, en zullen tekenen en wonderen doen, om te verleiden, indien het mogelijk ware, ook de uitverkorenen. |
Markus 14:28 | Maar nadat Ik zal opgestaan zijn, zal Ik u voorgaan naar Galilea. |
Markus 14:42 | Staat op, laat ons gaan; ziet, die Mij verraadt, is nabij. |
Markus 16:6 | Maar hij zeide tot haar: Zijt niet verbaasd; gij zoekt Jezus den Nazarener, Die gekruist was; Hij is opgestaan; Hij is hier niet; ziet de plaats, waar zij Hem gelegd hadden. |
Markus 16:14 | Daarna is Hij geopenbaard aan de elven, daar zij aanzaten, en verweet [hun] hun ongelovigheid en hardigheid des harten, omdat zij niet geloofd hadden degenen, die Hem gezien hadden, nadat Hij opgestaan was. |
Lukas 1:69 | En heeft een hoorn der zaligheid ons opgericht, in het huis van David, Zijn knecht; |
Lukas 3:8 | Brengt dan vruchten voort der bekering waardig; en begint niet te zeggen bij uzelven: Wij hebben Abraham tot een vader; want ik zeg u, dat God zelfs uit deze stenen Abraham kinderen kan verwekken. |
Lukas 5:23 | Wat is lichter te zeggen: Uw zonden zijn u vergeven, of te zeggen: Sta op en wandel? |
Lukas 5:24 | Doch opdat gij moogt weten, dat de Zoon des mensen macht heeft op de aarde, de zonde te vergeven (zeide Hij tot den geraakte): Ik zeg u, sta op, en neem uw beddeken op, en ga heen naar uw huis. |
Lukas 6:8 | Doch Hij kende hun gedachten, en zeide tot den mens, die de dorre hand had: Rijs op, en sta in het midden. En hij opgestaan zijnde, stond [overeind]. |
Lukas 7:14 | En Hij ging toe, en raakte de baar aan; (de dragers nu stonden stil) en Hij zeide: Jongeling, Ik zeg u, sta op! |
Lukas 7:16 | En vreze beving hen allen, en zij verheerlijkten God, zeggende: Een groot Profeet is onder ons opgestaan, en God heeft Zijn volk bezocht. |
Lukas 7:22 | En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Gaat heen, en boodschapt Johannes weder de dingen, die gij gezien en gehoord hebt, [namelijk] dat de blinden ziende worden, de kreupelen wandelen, de melaatsen gereinigd worden, de doven horen, de doden opgewekt worden, den armen het Evangelie verkondigd wordt. |
Lukas 8:24 | En zij gingen tot Hem, en wekten Hem op, zeggende: Meester, Meester, wij vergaan! en Hij, opgestaan zijnde, bestrafte den wind en de watergolven, en zij hielden op, en er werd stilte. |
Lukas 8:54 | Maar als Hij ze allen uitgedreven had, greep Hij haar hand en riep, zeggende: Kind, sta op! |