Johannes 21:14 | Dit was nu de derde maal, dat Jezus Zijn discipelen geopenbaard is, nadat Hij van de doden opgewekt was. |
Handelingen 3:6 | En Petrus zeide: Zilver en goud heb ik niet, maar hetgeen ik heb, dat geve ik u; in den Naam van Jezus Christus, den Nazarener, sta op en wandel! |
Handelingen 3:7 | En hem grijpende bij de rechterhand richtte hij [hem] op, en terstond werden zijn voeten en enkelen vast. |
Handelingen 3:15 | En den Vorst des levens hebt gij gedood, Welken God opgewekt heeft uit de doden; waarvan wij getuigen zijn. |
Handelingen 4:10 | Zo zij u allen kennelijk, en het ganse volk Israel, dat door den Naam van Jezus Christus, den Nazarener, Dien gij gekruist hebt, Welken God van de doden heeft opgewekt, door Hem, [zeg ik], staat deze hier voor u gezond. |
Handelingen 5:30 | De God onzer vaderen heeft Jezus opgewekt, Welken gij omgebracht hebt, hangende [Hem] aan het hout. |
Handelingen 9:8 | En Saulus stond op van de aarde; en als hij zijn ogen opendeed, zag hij niemand. En zij, hem bij de hand leidende, brachten hem te Damaskus. |
Handelingen 10:26 | Maar Petrus richtte hem op, zeggende: Sta op, ik ben ook zelf een mens. |
Handelingen 10:40 | Dezen heeft God opgewekt ten derden dage, en gegeven, dat Hij openbaar zou worden; |
Handelingen 12:7 | En ziet, een engel des Heeren stond daar, en een licht scheen in de woning, en slaande de zijde van Petrus, wekte hij hem op, zeggende: Sta haastelijk op. En zijn ketenen vielen af van de handen. |
Handelingen 13:22 | En dezen afgezet hebbende, verwekte Hij hun David tot een koning; denwelken Hij ook getuigenis gaf, en zeide: Ik heb gevonden David, den [zoon] van Jesse; een man naar Mijn hart, die al Mijn wil zal doen. |
Handelingen 13:30 | Maar God heeft Hem uit de doden opgewekt; |
Handelingen 13:37 | Maar Hij, Dien God opgewekt heeft, heeft geen verderving gezien. |
Handelingen 26:8 | Wat? wordt het bij ulieden ongelofelijk geoordeeld, dat God de doden opwekt? |
Romeinen 4:24 | Maar ook om onzentwil, welken het zal toegerekend worden, [namelijk] dengenen, die geloven in Hem, Die Jezus, onzen Heere, uit de doden opgewekt heeft; |
Romeinen 4:25 | Welke overgeleverd is om onze zonden, en opgewekt om onze rechtvaardigmaking. |
Romeinen 6:4 | Wij zijn dan met Hem begraven, door den doop in den dood, opdat, gelijkerwijs Christus uit de doden opgewekt is tot de heerlijkheid des Vaders, alzo ook wij in nieuwigheid des levens wandelen zouden. |
Romeinen 6:9 | Wetende, dat Christus, opgewekt zijnde uit de doden, niet meer sterft; de dood heerst niet meer over Hem. |
Romeinen 7:4 | Zo dan, mijn broeders, gij zijt ook der wet gedood door het lichaam van Christus, opdat gij zoudt worden eens Anderen, [namelijk] Desgenen, Die van de doden opgewekt is, opdat wij Gode vruchten dragen zouden. |
Romeinen 8:11 | En indien de Geest Desgenen, Die Jezus uit de doden opgewekt heeft, in u woont, zo zal Hij, Die Christus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken, door Zijn Geest, Die in u woont. |