1 Thessalonicensen 4:14 | Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven is en opgestaan, alzo zal ook God degenen, die ontslapen zijn in Jezus, [weder]brengen met Hem. |
2 Thessalonicensen 3:10 | Want ook toen wij bij u waren, hebben wij u dit bevolen, dat, zo iemand niet wil werken, hij ook niet ete. |
2 Thessalonicensen 3:14 | Maar indien iemand ons woord, door deze brief [geschreven], niet gehoorzaam is, tekent dien; en vermengt u niet met hem, opdat hij beschaamd worde; |
1 Timotheus 1:10 | Den hoereerders, dien, die bij mannen liggen, den mensendieven, den leugenaars, den meinedigen, en zo er iets anders tegen de gezonde leer is; |
1 Timotheus 3:1 | Dit is een getrouw woord: zo iemand tot eens opzieners ambt lust heeft, die begeert een treffelijk werk. |
1 Timotheus 3:5 | (Want zo iemand zijn eigen huis niet weet te regeren, hoe zal hij voor de Gemeente Gods zorg dragen?) |
1 Timotheus 5:4 | Maar zo enige weduwe kinderen heeft, of kindskinderen, dat die leren eerst aan hun eigen huis godzaligheid oefenen, en den voorouderen wedervergelding te doen; want dat is goed en aangenaam voor God. |
1 Timotheus 5:8 | Doch zo iemand de zijnen, en voornamelijk [zijn] huisgenoten, niet verzorgt, die heeft het geloof verloochend, en is erger dan een ongelovige. |
1 Timotheus 5:10 | Getuigenis hebbende van goede werken: zo zij kinderen opgevoed heeft, zo zij [gaarne] heeft geherbergd, zo zij der heiligen voeten heeft gewassen, zo zij den verdrukten genoegzame hulp gedaan heeft, zo zij alle goed werk nagetracht heeft. |
1 Timotheus 5:16 | Zo enig gelovig [man], of gelovige [vrouw] weduwen heeft, dat die haar genoegzame hulp doe, en dat de Gemeente niet bezwaard worde, opdat zij degenen, die waarlijk weduwen zijn, genoegzame hulp doen moge. |
1 Timotheus 5:19 | Neem tegen een ouderling geen beschuldiging aan, anders dan onder twee of drie getuigen. |
1 Timotheus 6:3 | Indien iemand een andere leer leert, en niet overeenkomt met de gezonde woorden van onzen Heere Jezus Christus, en met de leer, die naar de godzaligheid is, |
2 Timotheus 2:11 | Dit is een getrouw woord; want indien wij met [Hem] gestorven zijn, zo zullen wij ook met [Hem] leven; |
2 Timotheus 2:12 | Indien wij verdragen, wij zullen ook met [Hem] heersen; indien wij [Hem] verloochenen, Hij zal ons ook verloochenen; |
2 Timotheus 2:13 | Indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw; Hij kan Zichzelven niet verloochenen. |
Titus 1:6 | Indien iemand onberispelijk is, ener vrouwe man, gelovige kinderen hebbende, die niet te beschuldigen zijn van overdadigheid, of ongehoorzaam zijn. |
Filemon 1:17 | Indien gij mij dan houdt voor een metgezel, zo neem hem aan, gelijk als mij. |
Filemon 1:18 | En indien hij u iets verongelijkt heeft, of schuldig is, reken dat mij toe. |
Hebreeen 2:2 | Want indien het woord, door de engelen gesproken, vast is geweest, en alle overtreding en ongehoorzaamheid rechtvaardige vergelding ontvangen heeft; |
Hebreeen 3:11 | Zo heb Ik dan gezworen in Mijn toorn; Indien zij in Mijn rust zullen ingaan! |