G1492 εἴδω
zien, weten

Bijbelteksten

Colossenzen 2:1Want ik wil, dat gij weet, hoe groten strijd ik voor u heb, en [voor] degenen, die te Laodicea zijn, en zo velen als er mijn aangezicht in het vlees niet hebben gezien;
Colossenzen 3:24Wetende, dat gij van den Heere zult ontvangen de vergelding der erfenis; want gij dient de Heere Christus.
Colossenzen 4:1Gij heren, doet [uw] dienstknechten recht en gelijk, wetende, dat ook gij een Heere hebt in de hemelen.
Colossenzen 4:6Uw woord zij te allen tijd in aangenaamheid, met zout besprengd, opdat gij moogt weten hoe gij een iegelijk moet antwoorden.
1 Thessalonicensen 1:4Wetende, geliefde broeders, uw verkiezing van God;
1 Thessalonicensen 1:5Want ons Evangelie is onder u niet alleen in woorden geweest, maar ook in kracht, en in den Heiligen Geest, en in vele verzekerdheid; gelijk gij weet, hoedanigen wij onder u geweest zijn om uwentwil.
1 Thessalonicensen 2:1Want gij weet zelven, broeders, onzen ingang tot u, dat die niet ijdel is geweest;
1 Thessalonicensen 2:2Maar, hoewel wij te voren geleden hadden, en ook ons smaadheid aangedaan was, gelijk gij weet, te Filippi, zo hebben wij [nochtans] vrijmoedigheid gebruikt in onzen God, om het Evangelie van God tot u te spreken in veel strijds.
1 Thessalonicensen 2:5Want wij hebben nooit met pluimstrijkende woorden omgegaan, gelijk gij weet, noch met [enig] bedeksel van gierigheid; God is Getuige!
1 Thessalonicensen 2:11Gelijk gij weet, hoe wij een iegelijk van u, als een vader zijn kinderen, vermaanden en vertroostten,
1 Thessalonicensen 2:17Maar wij, broeders, van u beroofd geweest zijnde voor een kleine wijle tijds, naar het aangezicht, niet naar het hart, hebben ons te overvloediger benaarstigd, om uw aangezicht te zien, met grote begeerte.
1 Thessalonicensen 3:3Opdat niemand bewogen worde in deze verdrukkingen; want gij weet zelven, dat wij hiertoe gesteld zijn.
1 Thessalonicensen 3:4Want ook, toen wij bij u waren, voorzeiden wij u, dat wij zouden verdrukt worden, gelijk ook geschied is, en gij weet het.
1 Thessalonicensen 3:6Maar als Timotheus nu van ulieden tot ons gekomen was, en ons de goede boodschap gebracht had van uw geloof en liefde, en dat gij altijd goede gedachtenis van ons hebt, zeer begerig zijnde om ons te zien, gelijk wij ook om ulieden;
1 Thessalonicensen 3:10Nacht en dag zeer overvloediglijk biddende, om uw aangezicht te mogen zien, en te volmaken, hetgeen aan uw geloof ontbreekt.
1 Thessalonicensen 4:2Want gij weet, wat bevelen wij u gegeven hebben door den Heere Jezus.
1 Thessalonicensen 4:4Dat een iegelijk van u wete zijn vat te bezitten in heiligmaking en eer;
1 Thessalonicensen 4:5Niet in [kwade] beweging der begeerlijkheid, gelijk als de heidenen, die God niet kennen.
1 Thessalonicensen 5:2Want gij weet zelven zeer wel, dat de dag des Heeren alzo zal komen, gelijk een dief in de nacht.
1 Thessalonicensen 5:12En wij bidden u, broeders, erkent degenen, die onder u arbeiden, en uw voorstanders zijn in den Heere, en u vermanen;

Mede mogelijk dankzij