1 Petrus 3:7 | Gij mannen, insgelijks, woont bij [haar] met verstand, aan het vrouwelijke vat, als het zwakste, eer gevende, als die ook medeerfgenamen der genade des levens [met haar] zijt; opdat uw gebeden niet verhinderd worden. |
1 Petrus 3:9 | Vergeldt niet kwaad voor kwaad, of schelden voor schelden, maar zegent daarentegen; wetende, dat gij daartoe geroepen zijt, opdat gij zegening zoudt beerven. |
1 Petrus 3:12 | Want de ogen des Heeren zijn over de rechtvaardigen, en Zijn oren tot hun gebed; maar het aangezicht des Heeren is tegen degenen, die kwaad doen. |
1 Petrus 3:20 | Die eertijds ongehoorzaam waren, wanneer de lankmoedigheid Gods eenmaal verwachtte, in de dagen van Noach, als de ark toebereid werd; waarin weinige (dat is acht) zielen behouden werden door het water. |
1 Petrus 3:21 | Waarvan het tegenbeeld, de doop, ons nu ook behoudt, niet die een aflegging is der vuiligheid des lichaams, maar die een vraag is van een goed geweten tot God, door de opstanding van Jezus Christus; |
1 Petrus 3:22 | Welke is aan de rechter [hand] Gods, opgevaren ten hemel, de engelen, en machten, en krachten Hem onderdanig gemaakt zijnde. |
1 Petrus 4:2 | Om nu niet meer naar de begeerlijkheden der mensen, maar naar den wil van God, den tijd, die overig is in het vlees, te leven. |
1 Petrus 4:4 | Waarin zij zich vreemd houden, als gij niet medeloopt tot dezelfde uitgieting der overdadigheid, en [u] lasteren; |
1 Petrus 4:6 | Want daartoe is ook den doden het Evangelie verkondigd geworden, opdat zij wel zouden geoordeeld worden naar den mens in het vlees, maar leven zouden naar God in den geest. |
1 Petrus 4:7 | En het einde aller dingen is nabij; zijt dan nuchteren, en waakt in de gebeden. |
1 Petrus 4:8 | Maar vooral hebt vurige liefde tot elkander; want de liefde zal menigte van zonden bedekken. |
1 Petrus 4:9 | Zijt herbergzaam jegens elkander, zonder murmureren. |
1 Petrus 4:10 | Een iegelijk, gelijk hij gave ontvangen heeft, [alzo] bediene hij dezelve aan de anderen, als goede uitdelers der menigerlei genade Gods. |
1 Petrus 4:11 | Indien iemand spreekt, [die spreke] als de woorden Gods; indien iemand dient, [die diene] als uit kracht, die God verleent; opdat God in allen geprezen worde door Jezus Christus, Welken toekomt de heerlijkheid en de kracht, in alle eeuwigheid. Amen. |
1 Petrus 5:10 | De God nu aller genade, Die ons geroepen heeft tot Zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, nadat wij een weinig [tijds] zullen geleden hebben, Dezelve volmake, bevestige, versterke, [en] fondere ulieden. |
1 Petrus 5:11 | Hem zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen. |
1 Petrus 5:12 | Door Silvanus, die u een getrouw broeder is, zo ik acht, heb ik met weinige [woorden] geschreven, vermanende en betuigende, dat deze is de waarachtige genade Gods, in welke gij staat. |
2 Petrus 1:8 | Want zo deze dingen bij u zijn, en [in u] overvloedig zijn, zij zullen [u] niet ledig noch onvruchtbaar laten in de kennis van onzen Heere Jezus Christus. |
2 Petrus 1:11 | Want alzo zal u rijkelijk toegevoegd worden de ingang in het eeuwig Koninkrijk van onzen Heere en Zaligmaker, Jezus Christus. |
2 Petrus 1:17 | Want Hij heeft van God den Vader eer en heerlijkheid ontvangen, als zodanig een stem van de hoogwaardige heerlijkheid tot Hem gebracht werd: Deze is Mijn geliefde Zoon, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb. |