Handelingen 17:27 | Opdat zij den Heere zouden zoeken, of zij Hem immers tasten en vinden mochten; hoewel Hij niet verre is van een iegelijk van ons. |
Handelingen 19:34 | Maar als zij verstonden, dat hij een Jood was, werd er een stem van allen, roepende omtrent twee uren lang: Groot is de Diana der Efezeren! |
Handelingen 20:7 | En op den eersten [dag] der week, als de discipelen bijeengekomen waren om brood te breken, handelde Paulus met hen, zullende des anderen daags verreizen; en hij strekte [zijne] rede uit tot den middernacht. |
Handelingen 20:31 | Daarom waakt, en gedenkt, dat ik drie jaren [lang] nacht en dag, niet opgehouden heb een iegelijk met tranen te vermanen. |
Handelingen 21:7 | Wij nu, de scheepvaart volbracht hebbende van Tyrus, kwamen aan te Ptolemais, en de broeders gegroet hebbende, bleven een dag bij hen. |
Handelingen 21:19 | En als hij hen gegroet had, verhaalde hij van stuk tot stuk, wat God onder de heidenen door zijn dienst gedaan had. |
Handelingen 21:26 | Toen nam Paulus de mannen met zich, en den dag daaraan met hen geheiligd zijnde, ging hij in den tempel, en verkondigde, dat de dagen der heiliging vervuld waren, [blijvende daar], totdat voor een iegelijk van hen de offerande opgeofferd was. |
Handelingen 23:6 | En Paulus wetende dat het ene deel was van de Sadduceen, en het andere van de Farizeen, riep in den raad: Mannen broeders, ik ben een Farizeer, eens Farizeers zoon; ik word over de hoop en opstanding der doden geoordeeld. |
Handelingen 23:17 | En Paulus riep tot zich een van de hoofdmannen over honderd, en zeide: Leid dezen jongeling heen tot den overste; want hij heeft hem wat te boodschappen. |
Handelingen 24:21 | Dan van dit enig woord, hetwelk ik riep, staande onder hen: Over de opstanding der doden word ik heden van ulieden geoordeeld! |
Handelingen 28:13 | Van waar wij omvoeren, en kwamen aan te Regium; en alzo, na een dag, de wind zuid werd, kwamen wij den tweeden dag te Puteoli; |
Handelingen 28:25 | En tegen elkander oneens zijnde, scheidden zij; als Paulus [dit] ene woord gezegd had, [namelijk]: Wel heeft de Heilige Geest gesproken door Jesaja, den profeet, tot onze vaderen, |
Romeinen 3:10 | Gelijk geschreven is: Er is niemand rechtvaardig, ook niet een; |
Romeinen 3:12 | Allen zijn zij afgeweken, te zamen zijn zij onnut geworden; er is niemand, die goed doet, er is [ook] niet tot een toe. |
Romeinen 3:30 | Nademaal Hij een enig God is, Die de besnijdenis rechtvaardigen zal uit het geloof, en de voorhuid door het geloof. |
Romeinen 5:12 | Daarom, gelijk door een mens de zonde in de wereld ingekomen is, en door de zonde de dood; en alzo de dood tot alle mensen doorgegaan is, in welken allen gezondigd hebben. |
Romeinen 5:15 | Doch niet, gelijk de misdaad, alzo is ook de genadegift, want indien, door de misdaad van een, velen gestorven zijn, zo is veel meer de genade Gods, en de gave door de genade, die daar is van een mens Jezus Christus, overvloedig geweest over velen. |
Romeinen 5:16 | En niet, gelijk [de schuld was] door den een, die gezondigd heeft, [alzo is] de gift; want de schuld is wel uit een [misdaad] tot verdoemenis, maar de genadegift is uit vele misdaden tot rechtvaardigmaking. |
Romeinen 5:17 | Want indien door de misdaad van een de dood geheerst heeft door dien enen, veel meer zullen degenen, die den overvloed der genade en der gave der rechtvaardigheid ontvangen, in het leven heersen door dien Enen, [namelijk] Jezus Christus. |
Romeinen 5:18 | Zo dan, gelijk door een misdaad [de schuld gekomen is] over alle mensen tot verdoemenis; alzo ook door een rechtvaardigheid [komt de genade] over alle mensen tot rechtvaardigmaking des levens. |