G1538 ἕκαστος
elke, iedere

Bijbelteksten

Handelingen 11:29En naardat een iegelijk der discipelen vermocht, besloot elk van hen [iets] te zenden ten dienste der broederen, die in Judea woonden.
Handelingen 17:27Opdat zij den Heere zouden zoeken, of zij Hem immers tasten en vinden mochten; hoewel Hij niet verre is van een iegelijk van ons.
Handelingen 20:31Daarom waakt, en gedenkt, dat ik drie jaren [lang] nacht en dag, niet opgehouden heb een iegelijk met tranen te vermanen.
Handelingen 21:19En als hij hen gegroet had, verhaalde hij van stuk tot stuk, wat God onder de heidenen door zijn dienst gedaan had.
Handelingen 21:26Toen nam Paulus de mannen met zich, en den dag daaraan met hen geheiligd zijnde, ging hij in den tempel, en verkondigde, dat de dagen der heiliging vervuld waren, [blijvende daar], totdat voor een iegelijk van hen de offerande opgeofferd was.
Romeinen 2:6Welke een iegelijk vergelden zal naar zijn werken;
Romeinen 12:3Want door de genade, die mij gegeven is, zeg ik een iegelijk, die onder u is, dat hij niet wijs zij boven hetgeen men behoort wijs te zijn; maar dat hij wijs zij tot matigheid, gelijk als God een iegelijk de mate des geloofs gedeeld heeft.
Romeinen 14:5De een acht wel den [enen] dag boven den [anderen] dag; maar de ander acht al de dagen [gelijk]. Een iegelijk zij in zijn eigen gemoed ten volle verzekerd.
Romeinen 14:12Zo dan een iegelijk van ons zal voor zichzelven Gode rekenschap geven.
Romeinen 15:2Dat dan een iegelijk van ons [zijn] naaste behage ten goede, tot stichting.
1 Corinthiers 1:12En dit zeg ik, dat een iegelijk van u zegt: Ik ben van Paulus, en ik van Apollos; en ik van Cefas; en ik van Christus.
1 Corinthiers 3:5Wie is dan Paulus, en wie is Apollos, anders dan dienaars, door welken gij geloofd hebt, en [dat], gelijk de Heere aan een iegelijk gegeven heeft?
1 Corinthiers 3:8En die plant, en die nat maakt, zijn een; maar een iegelijk zal zijn loon ontvangen naar zijn arbeid.
1 Corinthiers 3:10Naar de genade Gods, die mij gegeven is, heb ik als een wijs bouwmeester het fondament gelegd; en een ander bouwt daarop. Maar een iegelijk zie toe, hoe hij daarop bouwe.
1 Corinthiers 3:13Eens iegelijks werk zal openbaar worden; want de dag zal het verklaren, dewijl het door vuur ontdekt wordt; en hoedanig eens iegelijks werk is, zal het vuur beproeven.
1 Corinthiers 4:5Zo dan oordeelt niets voor den tijd, totdat de Heere zal gekomen zijn, Welke ook in het licht zal brengen, hetgeen in de duisternis verborgen is, en openbaren de raadslagen der harten; en alsdan zal een iegelijk lof hebben van God.
1 Corinthiers 7:2Maar om der hoererijen wil zal een iegelijk [man] zijn eigen vrouw hebben, en een iegelijke [vrouw] zal haar eigen man hebben.
1 Corinthiers 7:7Want ik wilde, dat alle mensen waren, gelijk als ikzelf [ben]; maar een iegelijk heeft zijn eigen gave van God, de een wel aldus, maar de ander alzo.
1 Corinthiers 7:17Doch gelijk God aan een iegelijk heeft uitgedeeld, gelijk de Heere een iegelijk geroepen heeft, dat hij alzo wandele; en alzo verordene ik in al de Gemeenten.
1 Corinthiers 7:20Een iegelijk blijve in die beroeping, daar hij in geroepen is.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs