Markus 13:21 | En alsdan, zo iemand tot ulieden zal zeggen: Ziet, hier is de Christus; of ziet, Hij is daar; gelooft het niet. |
Markus 14:15 | En hij zal u wijzen een grote opperzaal, toegerust [en] gereed; bereidt het ons aldaar. |
Markus 16:7 | Doch gaat heen, zegt Zijnen discipelen, en Petrus, dat Hij u voorgaat naar Galilea; aldaar zult gij Hem zien, gelijk Hij ulieden gezegd heeft. |
Lukas 2:6 | En het geschiedde, als zij daar waren, dat de dagen vervuld werden, dat zij baren zoude. |
Lukas 6:6 | En het geschiedde ook op een anderen sabbat, dat Hij in de synagoge ging, en leerde. En daar was een mens, en zijn rechterhand was dor. |
Lukas 8:32 | En aldaar was een kudde veler zwijnen, weidende op den berg; en zij baden Hem, dat Hij hun wilde toelaten in dezelve te varen. En Hij liet het hun toe. |
Lukas 9:4 | En in wat huis gij ook zult ingaan, blijft aldaar, en gaat van daar uit. |
Lukas 10:6 | En indien aldaar een zoon des vredes is, zo zal uw vrede op hem rusten; maar indien niet, zo zal [uw vrede] tot u wederkeren. |
Lukas 11:26 | Dan gaat hij heen, en neemt met zich zeven anderen geesten, bozer dan hij zelf is, en ingegaan zijnde, wonen zij aldaar; en het laatste van dien mens wordt erger dan het eerste. |
Lukas 12:18 | En hij zeide: Dit zal ik doen; ik zal mijn schuren afbreken, en grotere bouwen, en zal aldaar verzamelen al dit mijn gewas, en deze mijn goederen; |
Lukas 12:34 | Want waar uw schat is, aldaar zal ook uw hart zijn. |
Lukas 13:28 | Aldaar zal zijn wening en knersing der tanden, wanneer gij zult zien Abraham, en Izak, en Jakob, en al de profeten in het Koninkrijk Gods, maar ulieden buiten uitgeworpen. |
Lukas 15:13 | En niet vele dagen daarna, de jongste zoon, alles bijeenvergaderd hebbende, is weggereisd in een ver[gelegen] land, en heeft aldaar zijn goed doorgebracht, levende overdadiglijk. |
Lukas 17:21 | En men zal niet zeggen: Ziet hier, of ziet daar, want, ziet, het Koninkrijk Gods is binnen ulieden. |
Lukas 17:23 | En zij zullen tot u zeggen: Ziet hier, of ziet daar is Hij; gaat niet heen, en volgt niet. |
Lukas 17:37 | En zij antwoordden en zeiden tot Hem: Waar, Heere? En Hij zeide tot hen: Waar het lichaam is, aldaar zullen de arenden vergaderd worden. |
Lukas 21:2 | En Hij zag ook een zekere arme weduwe twee kleine [penningen] daarin werpen. |
Lukas 22:12 | En hij zal u een grote toegeruste opperzaal wijzen, bereidt het aldaar. |
Lukas 23:33 | En toen zij kwamen op de plaats, genaamd Hoofdschedel[plaats], kruisigden zij Hem aldaar, en de kwaaddoeners, den een ter rechter- en den ander ter linker[zijde]. |
Johannes 2:1 | En op den derden dag was er een bruiloft te Kana in Galilea; en de moeder van Jezus was aldaar. |