G1563 ἐκεῖ
daar

Bijbelteksten

Markus 13:21En alsdan, zo iemand tot ulieden zal zeggen: Ziet, hier is de Christus; of ziet, Hij is daar; gelooft het niet.
Markus 14:15En hij zal u wijzen een grote opperzaal, toegerust [en] gereed; bereidt het ons aldaar.
Markus 16:7Doch gaat heen, zegt Zijnen discipelen, en Petrus, dat Hij u voorgaat naar Galilea; aldaar zult gij Hem zien, gelijk Hij ulieden gezegd heeft.
Lukas 2:6En het geschiedde, als zij daar waren, dat de dagen vervuld werden, dat zij baren zoude.
Lukas 6:6En het geschiedde ook op een anderen sabbat, dat Hij in de synagoge ging, en leerde. En daar was een mens, en zijn rechterhand was dor.
Lukas 8:32En aldaar was een kudde veler zwijnen, weidende op den berg; en zij baden Hem, dat Hij hun wilde toelaten in dezelve te varen. En Hij liet het hun toe.
Lukas 9:4En in wat huis gij ook zult ingaan, blijft aldaar, en gaat van daar uit.
Lukas 10:6En indien aldaar een zoon des vredes is, zo zal uw vrede op hem rusten; maar indien niet, zo zal [uw vrede] tot u wederkeren.
Lukas 11:26Dan gaat hij heen, en neemt met zich zeven anderen geesten, bozer dan hij zelf is, en ingegaan zijnde, wonen zij aldaar; en het laatste van dien mens wordt erger dan het eerste.
Lukas 12:18En hij zeide: Dit zal ik doen; ik zal mijn schuren afbreken, en grotere bouwen, en zal aldaar verzamelen al dit mijn gewas, en deze mijn goederen;
Lukas 12:34Want waar uw schat is, aldaar zal ook uw hart zijn.
Lukas 13:28Aldaar zal zijn wening en knersing der tanden, wanneer gij zult zien Abraham, en Izak, en Jakob, en al de profeten in het Koninkrijk Gods, maar ulieden buiten uitgeworpen.
Lukas 15:13En niet vele dagen daarna, de jongste zoon, alles bijeenvergaderd hebbende, is weggereisd in een ver[gelegen] land, en heeft aldaar zijn goed doorgebracht, levende overdadiglijk.
Lukas 17:21En men zal niet zeggen: Ziet hier, of ziet daar, want, ziet, het Koninkrijk Gods is binnen ulieden.
Lukas 17:23En zij zullen tot u zeggen: Ziet hier, of ziet daar is Hij; gaat niet heen, en volgt niet.
Lukas 17:37En zij antwoordden en zeiden tot Hem: Waar, Heere? En Hij zeide tot hen: Waar het lichaam is, aldaar zullen de arenden vergaderd worden.
Lukas 21:2En Hij zag ook een zekere arme weduwe twee kleine [penningen] daarin werpen.
Lukas 22:12En hij zal u een grote toegeruste opperzaal wijzen, bereidt het aldaar.
Lukas 23:33En toen zij kwamen op de plaats, genaamd Hoofdschedel[plaats], kruisigden zij Hem aldaar, en de kwaaddoeners, den een ter rechter- en den ander ter linker[zijde].
Johannes 2:1En op den derden dag was er een bruiloft te Kana in Galilea; en de moeder van Jezus was aldaar.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech