G1854 ἔξω
buiten

Bijbelteksten

Lukas 8:20En Hem werd geboodschapt [van enigen], die zeiden: Uw moeder en Uw broeders staan daar buiten, begerende U te zien.
Lukas 8:54Maar als Hij ze allen uitgedreven had, greep Hij haar hand en riep, zeggende: Kind, sta op!
Lukas 13:25[Namelijk] nadat de Heer des huizes zal opgestaan zijn, en de deur zal gesloten hebben, en gij zult beginnen buiten te staan, en aan de deur te kloppen, zeggende: Heere, Heere, doe ons open! en Hij zal antwoorden en tot u zeggen: Ik ken u niet, van waar gij zijt.
Lukas 13:28Aldaar zal zijn wening en knersing der tanden, wanneer gij zult zien Abraham, en Izak, en Jakob, en al de profeten in het Koninkrijk Gods, maar ulieden buiten uitgeworpen.
Lukas 13:33Doch Ik moet heden, en morgen, en den volgenden [dag] reizen; want het gebeurt niet, dat een profeet gedood wordt buiten Jeruzalem.
Lukas 14:35Het is noch tot het land, noch tot den mesthoop bekwaam; men werpt het weg. Wie oren heeft, om te horen, die hore.
Lukas 20:15En als zij hem buiten den wijngaard uitgeworpen hadden, doodden zij [hem]. Wat zal dan de heer des wijngaards hun doen?
Lukas 22:62En Petrus, naar buiten gaande, weende bitterlijk.
Lukas 24:50En Hij leidde hen buiten tot aan Bethanie, en Zijn handen opheffende, zegende Hij hen.
Johannes 6:37Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen; en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.
Johannes 9:34Zij antwoordden, en zeiden tot hem: Gij zijt geheel in zonden geboren, en leert gij ons? En zij wierpen hem uit.
Johannes 9:35Jezus hoorde, dat zij hem uitgeworpen hadden, en hem vindende, zeide Hij tot hem: Gelooft gij in den Zoon van God?
Johannes 11:43En als Hij dit gezegd had, riep Hij met grote stemme: Lazarus, kom uit!
Johannes 12:31Nu is het oordeel dezer wereld; nu zal de overste dezer wereld buiten geworpen worden.
Johannes 15:6Zo iemand in Mij niet blijft, die is buitengeworpen, gelijkerwijs de rank, en is verdord; en men vergadert dezelve, en men werpt ze in het vuur, en zij worden verbrand.
Johannes 18:16En Petrus stond buiten aan de deur. De andere discipel dan, die den hogepriester bekend was, ging uit, en sprak met de deurwaarster, en bracht Petrus in.
Johannes 19:4Pilatus dan kwam wederom uit, en zeide tot hen: Ziet, ik breng Hem tot ulieden uit, opdat gij wetet, dat ik in Hem geen schuld vinde.
Johannes 19:5Jezus dan kwam uit, dragende de doornenkroon, en het purperen kleed. En [Pilatus] zeide tot hen: Ziet, de Mens!
Johannes 19:13Als Pilatus dan dit woord hoorde, bracht hij Jezus uit, en zat neder op den rechterstoel, in de plaats, genaamd Lithostrotos, en in het Hebreeuws Gabbatha.
Johannes 20:11En Maria stond buiten bij het graf, wenende. Als zij dan weende, bukte zij in het graf;

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel