G1854 ἔξω
buiten

Bijbelteksten

Handelingen 4:15En hun geboden hebbende uit te gaan buiten den raad, overlegden zij met elkander,
Handelingen 5:34Maar een zeker Farizeer stond op in den raad, met name Gamaliel, een leraar der wet, in waarde gehouden bij al het volk, en gebood, dat men de apostelen een weinig zou doen buiten [staan].
Handelingen 7:58En wierpen hem ter stad uit, en stenigden [hem]; en de getuigen legden hun klederen af aan de voeten eens jongelings, genaamd Saulus.
Handelingen 9:40Maar Petrus, hebbende hen [allen] uitgedreven, knielde neder en bad: en zich kerende tot het lichaam, zeide hij: Tabitha, sta op! En zij deed haar ogen open, en Petrus gezien hebbende, zat zij over einde.
Handelingen 14:19Maar daarover kwamen Joden van Antiochie en Ikonium, en overreedden de scharen, en stenigden Paulus, en sleepten [hem] buiten de stad, menende, dat hij dood was.
Handelingen 16:13En op den dag des sabbats gingen wij buiten de stad aan de rivier, waar het gebed placht te geschieden; en nedergezeten zijnde, spraken wij tot de vrouwen, die samengekomen waren.
Handelingen 16:30En hen buiten gebracht hebbende, zeide hij: [Lieve] heren, wat moet ik doen, opdat ik zalig worde?
Handelingen 21:5Toen het nu geschiedde, dat wij deze dagen doorgebracht hadden, gingen wij uit, en reisden [voort]; en zij geleidden ons allen met vrouwen en kinderen tot buiten de stad; en aan den oever nederknielende, hebben wij gebeden.
Handelingen 21:30En de gehele stad kwam in roer en het volk liep samen; en zij grepen Paulus, en trokken hem buiten den tempel; en terstond werden de deuren gesloten.
Handelingen 26:11En door al de synagogen heb ik hen dikmaals gestraft, en gedwongen te lasteren; en boven mate tegen hen woedende, heb ik [hen] vervolgd, ook tot in de buiten[landse] steden.
1 Corinthiers 5:12Want wat heb ik ook die buiten zijn te oordelen? Oordeelt gijlieden niet die binnen zijn?
1 Corinthiers 5:13Maar die buiten zijn oordeelt God. En doet gij deze boze uit ulieden weg.
2 Corinthiers 4:16Daarom vertragen wij niet; maar hoewel onze uitwendige mens verdorven wordt, zo wordt nochtans de inwendige vernieuwd van dag tot dag.
Colossenzen 4:5Wandelt met wijsheid bij degenen, die buiten zijn, den bekwamen tijd uitkopende.
1 Thessalonicensen 4:12Opdat gij eerlijk wandelt bij degenen, die buiten zijn, en geen ding van node hebt.
Hebreeen 13:11Want welker dieren bloed voor de zonde gedragen werd in het heiligdom door den hogepriester, derzelver lichamen werden verbrand buiten de legerplaats.
Hebreeen 13:12Daarom heeft ook Jezus, opdat Hij door Zijn eigen bloed het volk zou heiligen, buiten de poort geleden.
Hebreeen 13:13Zo laat ons dan tot Hem uitgaan buiten de legerplaats, Zijn smaadheid dragende.
1 Johannes 4:18Er is in de liefde geen vrees, maar de volmaakte liefde drijft de vrees buiten; want de vrees heeft pijn, en die vreest, is niet volmaakt in de liefde.
Openbaring 3:12Die overwint, Ik zal hem maken tot een pilaar in den tempel Mijns Gods, en hij zal niet meer daaruit gaan; en Ik zal op hem schrijven den Naam Mijns Gods, en de naam der stad Mijns Gods, [namelijk] des nieuwen Jeruzalems, dat uit den hemel van Mijn God afdaalt, en [ook] Mijn nieuwen Naam.

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel