Handelingen 8:40 | Maar Filippus werd gevonden, te Azote; en [het land] doorgaande, verkondigde hij het Evangelie [in] alle steden, totdat hij te Cesarea kwam. |
Handelingen 9:17 | En Ananias ging heen en kwam in het huis; en de handen op hem leggende, zeide hij: Saul, broeder! de Heere heeft mij gezonden, [namelijk] Jezus, Die u verschenen is op den weg, dien gij kwaamt, opdat gij weder ziende en met den Heiligen Geest vervuld zoudt worden. |
Handelingen 9:21 | En zij ontzetten zich allen, die het hoorden, en zeiden: Is deze niet degene, die te Jeruzalem verstoorde, wie dezen Naam aanriepen, en die daarom hier gekomen is, opdat hij dezelve gebonden zou brengen tot de overpriesters? |
Handelingen 10:29 | Daarom ben ik ook zonder tegenspreken gekomen, ontboden zijnde. Zo vraag ik dan, om wat reden gijlieden mij hebt ontboden. |
Handelingen 11:5 | Ik was in de stad Joppe, biddende en zag in een vertrekking van zinnen een gezicht, [namelijk] een zeker vat, gelijk een groot linnen laken, nederdalende, bij de vier hoeken nedergelaten uit den hemel, en het kwam tot bij mij; |
Handelingen 11:12 | En de Geest zeide tot mij, dat ik met hen gaan zou, niet twijfelende. En met mij gingen ook deze zes broeders, en wij zijn in des man huis ingegaan. |
Handelingen 12:10 | En als zij door de eerste en tweede wacht gegaan waren, kwamen zij aan de ijzeren poort, die naar de stad leidt; dewelke van zelve hun geopend werd. En uitgegaan zijnde, gingen zij een straat voort, en terstond scheidde de engel van hem. |
Handelingen 12:12 | En als hij [alles] overlegd had, ging hij naar het huis van Maria, de moeder van Johannes, die toegenaamd was Markus, alwaar velen samenvergaderd en biddende waren. |
Handelingen 13:13 | En Paulus, en die met hem waren, van Pafos afgevaren zijnde, kwamen te Perge, [een stad] in Pamfylie. Maar Johannes, van hen scheidende, keerde weder naar Jeruzalem. |
Handelingen 13:25 | Doch als Johannes den loop vervulde, zeide hij: Wien meent gijlieden, dat ik ben? Ik ben [de Christus] niet; maar ziet, Hij komt na mij, Wien ik niet waardig ben de schoenen [Zijner] voeten te ontbinden. |
Handelingen 13:44 | En op den volgenden sabbat kwam bijna de gehele stad samen, om het Woord Gods te horen. |
Handelingen 13:51 | Doch zij schudden het stof van hun voeten af tegen dezelve, en kwamen te Ikonium. |
Handelingen 14:24 | En Pisidie doorgereisd hebbende, kwamen zij in Pamfylie. |
Handelingen 15:30 | Dezen dan, hun afscheid ontvangen hebbende, kwamen te Antiochie; en de menigte vergaderd hebbende, gaven zij den brief over. |
Handelingen 16:7 | [En] aan Mysie gekomen zijnde, poogden zij naar Bithynie te reizen; en de Geest liet het hun niet toe. |
Handelingen 16:37 | Maar Paulus zeide tot hen: Zij hebben ons, die Romeinen zijn, onveroordeeld in het openbaar gegeseld, en in de gevangenis geworpen, en werpen zij ons nu heimelijk daaruit? Niet alzo; maar dat zij zelven komen, en ons uitleiden. |
Handelingen 16:39 | En zij, komende, baden hen, en als zij hen uitgeleid hadden, begeerden zij, dat zij uit de stad gaan zouden. |
Handelingen 17:1 | En door Amfipolis en Apollonia [hun] weg genomen hebbende, kwamen zij te Thessalonica, alwaar een synagoge der Joden was. |
Handelingen 17:13 | Maar als de Joden van Thessalonica verstonden, dat het Woord Gods ook te Berea van Paulus verkondigd werd, kwamen zij ook daar en bewogen de scharen. |
Handelingen 17:15 | En die Paulus geleidden, brachten hem tot Athene toe; en als zij bevel gekregen hadden aan Silas en Timotheus, dat zij op het spoedigste tot hem zouden komen, vertrokken zij. |