G2076 ἐστί
zijn

Bijbelteksten

Mattheus 8:27En de mensen verwonderden zich, zeggende: Hoedanig een is Deze, dat ook de winden en de zee Hem gehoorzaam zijn!
Mattheus 9:5Want wat is lichter te zeggen: De zonden zijn u vergeven? of te zeggen: Sta op en wandel?
Mattheus 9:13Doch gaat heen en leert, wat het zij: Ik wil barmhartigheid, en niet offerande; want Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering.
Mattheus 9:15En Jezus zeide tot hen: Kunnen ook de bruiloftskinderen treuren, zolang de Bruidegom bij hen is? Maar de dagen zullen komen, wanneer de Bruidegom van hen zal weggenomen zijn, en dan zullen zij vasten.
Mattheus 10:2De namen nu der twaalf apostelen zijn deze: de eerste, Simon, gezegd Petrus, en Andreas, zijn broeder; Jakobus, de [zoon] van Zebedeus, en Johannes, zijn broeder;
Mattheus 10:10Noch male tot den weg, noch twee rokken, noch schoenen, noch staf; want de arbeider is zijn voedsel waardig.
Mattheus 10:11En in wat stad of vlek gij zult inkomen, onderzoekt, wie daarin waardig is; en blijft aldaar, totdat gij [daar] uitgaat.
Mattheus 10:24De discipel is niet boven den meester, noch de dienstknecht boven zijn heer.
Mattheus 10:26Vreest dan hen niet; want er is niets bedekt, hetwelk niet zal ontdekt worden, en verborgen, hetwelk niet zal geweten worden.
Mattheus 10:37Die vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig; en die zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig.
Mattheus 10:38En die zijn kruis niet [op zich] neemt, en Mij navolgt, is Mijns niet waardig.
Mattheus 11:6En zalig is hij, die aan Mij niet zal geergerd worden.
Mattheus 11:10Want deze is het, van denwelken geschreven staat: Ziet, Ik zend Mijn engel voor Uw aangezicht, die Uw weg bereiden zal voor U heen.
Mattheus 11:11Voorwaar zeg Ik u: onder degenen, die van vrouwen geboren zijn, is niemand opgestaan meerder dan Johannes de Doper; doch die de minste is in het Koninkrijk der hemelen, is meerder dan hij.
Mattheus 11:14En zo gij het wilt aannemen, hij is Elias, die komen zou.
Mattheus 11:16Doch waarbij zal Ik dit geslacht vergelijken? Het is gelijk aan de kinderkens, die op de markten zitten, en hun gezellen toeroepen,
Mattheus 11:30Want Mijn juk is zacht, en Mijn last is licht.
Mattheus 12:6En Ik zeg u, dat Een, meerder dan de tempel, hier is.
Mattheus 12:7Doch zo gij geweten hadt, wat het zij: Ik wil barmhartigheid en niet offerande, gij zoudt de onschuldigen niet veroordeeld hebben.
Mattheus 12:8Want de Zoon des mensen is een Heere ook van den sabbat.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken