G2453 Ἰουδαῖος
Jood

Bijbelteksten

Johannes 2:20De Joden zeiden dan: Zes en veertig jaren is [over] dezen tempel gebouwd, en Gij, zult Gij dien in drie dagen oprichten?
Johannes 3:1En er was een mens uit de Farizeen, wiens naam was Nicodemus, een overste der Joden;
Johannes 3:22Na dezen kwam Jezus en Zijn discipelen in het land van Judea, en onthield Zich aldaar met hen, en doopte.
Johannes 3:25Er rees dan een vraag [van enigen] uit de discipelen van Johannes met de Joden over de reiniging.
Johannes 4:9Zo zeide dan de Samaritaanse vrouw tot Hem: Hoe begeert Gij, Die een Jood zijt, van mij te drinken, die een Samaritaanse vrouw ben? Want de Joden houden geen gemeenschap met de Samaritanen.
Johannes 4:22Gijlieden aanbidt, wat gij niet weet; wij aanbidden, wat wij weten; want de zaligheid is uit de Joden.
Johannes 5:1Na dezen was een feest der Joden, en Jezus ging op naar Jeruzalem.
Johannes 5:10De Joden zeiden dan tot dengene, die genezen was: Het is sabbat; het is u niet geoorloofd het beddeken te dragen.
Johannes 5:15De mens ging heen, en boodschapte den Joden, dat het Jezus was, Die hem gezond gemaakt had.
Johannes 5:16En daarom vervolgden de Joden Jezus, en zochten Hem te doden, omdat Hij deze dingen op den sabbat deed.
Johannes 5:18Daarom zochten dan de Joden te meer Hem te doden, omdat Hij niet alleen den sabbat brak, maar ook zeide, dat God Zijn eigen Vader was, Zichzelven Gode evengelijk makende.
Johannes 6:4En het pascha, het feest der Joden, was nabij.
Johannes 6:41De Joden dan murmureerden over Hem, omdat Hij gezegd had: Ik ben het Brood, Dat uit den hemel nedergedaald is.
Johannes 6:52De Joden dan streden onder elkander, zeggende: Hoe kan ons deze [Zijn] vlees te eten geven?
Johannes 7:1En na dezen wandelde Jezus in Galilea; want Hij wilde in Judea niet wandelen, omdat de Joden Hem zochten te doden.
Johannes 7:2En het feest der Joden, [namelijk] de [loof]huttenzetting, was nabij.
Johannes 7:11De Joden dan zochten Hem in het feest, en zeiden: Waar is Hij?
Johannes 7:13Nochtans sprak niemand vrijmoediglijk van Hem, om de vrees der Joden.
Johannes 7:15En de Joden verwonderden zich, zeggende: Hoe weet Deze de Schriften, daar Hij ze niet geleerd heeft?
Johannes 7:35De Joden dan zeiden tot elkander: Waar zal Deze heengaan, dat wij Hem niet zullen vinden? Zal Hij tot de verstrooide Grieken gaan, en de Grieken leren?

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken