2 Thessalonicensen 1:9 | Dewelken zullen [tot] straf lijden het eeuwig verderf, van het aangezicht des Heeren, en van de heerlijkheid Zijner sterkte, |
2 Thessalonicensen 1:12 | Opdat de Naam van onzen Heere Jezus Christus verheerlijkt worde in u, en gij in Hem, naar de genade van onzen God en den Heere Jezus Christus. |
2 Thessalonicensen 2:1 | En wij bidden u, broeders, door de toekomst van onzen Heere Jezus Christus, en onze toevergadering tot Hem, |
2 Thessalonicensen 2:8 | En alsdan zal de ongerechtige geopenbaard worden, denwelken de Heere verdoen zal door den Geest Zijns monds, en te niet maken door de verschijning Zijner toekomst; |
2 Thessalonicensen 2:13 | Maar wij zijn schuldig altijd God te danken over u, broeders, die van den Heere bemind zijt, dat u God van den beginne verkoren heeft tot zaligheid, in heiligmaking des Geestes, en geloof der waarheid; |
2 Thessalonicensen 2:14 | Waartoe Hij u geroepen heeft door ons Evangelie, tot verkrijging der heerlijkheid van onzen Heere Jezus Christus. |
2 Thessalonicensen 2:16 | En onze Heere Jezus Christus Zelf, en onze God en Vader, Die ons heeft liefgehad, en gegeven heeft een eeuwige vertroosting en goede hoop in genade, |
2 Thessalonicensen 3:1 | Voorts, broeders, bidt voor ons, opdat het Woord des Heeren [zijn] loop hebbe, en verheerlijkt worde, gelijk ook bij u; |
2 Thessalonicensen 3:3 | Maar de Heere is getrouw, Die u zal versterken en bewaren van den boze. |
2 Thessalonicensen 3:4 | En wij vertrouwen van u in den Heere, dat gij, hetgeen wij u bevelen, ook doet, en doen zult. |
2 Thessalonicensen 3:5 | Doch de Heere richte uw harten tot de liefde van God, en tot de lijdzaamheid van Christus. |
2 Thessalonicensen 3:6 | En wij bevelen u, broeders, in den Naam van onzen Heere Jezus Christus, dat gij u onttrekt van een iegelijk broeder, die ongeregeld wandelt, en niet naar de inzetting, die hij van ons ontvangen heeft. |
2 Thessalonicensen 3:12 | Doch de zodanigen bevelen en vermanen wij door onzen Heere Jezus Christus, dat zij met stilheid werkende, hun eigen brood eten. |
2 Thessalonicensen 3:16 | De Heere nu des vredes Zelf geve u vrede te allen tijd, in allerlei wijze. De Heere zij met u allen. |
2 Thessalonicensen 3:18 | De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen. |
1 Timotheus 1:1 | Paulus, een apostel van Jezus Christus, naar het bevel van God, onzen Zaligmaker, en den Heere Jezus Christus, [Die] onze Hope [is], |
1 Timotheus 1:2 | Aan Timotheus, [mijn] oprechten zoon in het geloof; genade, barmhartigheid, vrede zij u van God, onzen Vader, en Christus Jezus, onzen Heere. |
1 Timotheus 1:12 | En ik dank Hem, Die mij bekrachtigd heeft, [namelijk] Christus Jezus, onzen Heere, dat Hij mij getrouw geacht heeft, [mij] in de bediening gesteld hebbende; |
1 Timotheus 1:14 | Doch de genade onzes Heeren is zeer overvloedig geweest, met geloof en liefde, die er is in Christus Jezus. |
1 Timotheus 5:21 | Ik betuig voor God, en den Heere Jezus Christus, en de uitverkoren engelen, dat gij deze dingen onderhoudt, zonder vooroordeel, niets doende naar toegenegenheid. |