G2992 λαός
mensen, volk, stam, natie

Bijbelteksten

Lukas 1:21En het volk was wachtende op Zacharias, en zij waren verwonderd, dat hij zo lang vertoefde in den tempel.
Lukas 1:68Geloofd [zij] de Heere, de God Israels, want Hij heeft bezocht, en verlossing te weeg gebracht Zijn volke;
Lukas 1:77Om Zijn volk kennis der zaligheid te geven, in vergeving hunner zonden.
Lukas 2:10En de engel zeide tot hen: Vreest niet, want, ziet, ik verkondig u grote blijdschap, die al den volke wezen zal;
Lukas 2:31Die Gij bereid hebt voor het aangezicht van al de volken:
Lukas 2:32Een Licht tot verlichting der heidenen, en tot heerlijkheid van Uw volk Israel.
Lukas 3:15En als het volk verwachtte, en allen in hun harten overleiden van Johannes, of hij niet mogelijk de Christus ware;
Lukas 3:18Hij dan, ook nog vele andere dingen vermanende, verkondigde den volke het Evangelie.
Lukas 3:21En het geschiedde, toen al het volk gedoopt werd, en Jezus [ook] gedoopt was, en bad, dat de hemel geopend werd;
Lukas 6:17En met hen afgekomen zijnde, stond Hij op een vlakke plaats, en [met Hem] de schare Zijner discipelen, en een grote menigte des volks van geheel Judea en Jeruzalem, en van den zeekant van Tyrus en Sidon;
Lukas 7:1Nadat Hij nu al Zijn woorden voleindigd had, ten aanhore des volks, ging Hij in te Kapernaum.
Lukas 7:16En vreze beving hen allen, en zij verheerlijkten God, zeggende: Een groot Profeet is onder ons opgestaan, en God heeft Zijn volk bezocht.
Lukas 7:29En al het volk, [Hem] horende, en de tollenaars, die met den doop van Johannes gedoopt waren, rechtvaardigden God.
Lukas 8:47De vrouw nu, ziende, dat zij niet verborgen was, kwam bevende, en voor Hem nedervallende, verklaarde Hem voor al het volk, om wat oorzaak zij Hem aangeraakt had, en hoe zij terstond genezen was.
Lukas 9:13Maar Hij zeide tot hen: Geeft gij hun te eten. En zij zeiden: Wij hebben niet meer dan vijf broden, en twee vissen; tenzij dan dat wij heengaan en spijs kopen voor al dit volk;
Lukas 18:43En terstond werd hij ziende, en volgde Hem, God verheerlijkende. En al het volk, [dat] ziende, gaf Gode lof.
Lukas 19:47En Hij leerde dagelijks in den tempel; en de overpriesters, en de Schriftgeleerden, en de oversten des volks zochten Hem te doden.
Lukas 19:48En zij vonden niet, wat zij doen zouden; want al het volk hing Hem aan, en hoorde [Hem].
Lukas 20:1En het geschiedde in een van die dagen, als Hij in den tempel het volk leerde, en het Evangelie verkondigde, dat de overpriesters, en Schriftgeleerden, met de ouderlingen daarover kwamen,
Lukas 20:6En indien wij zeggen: Uit de mensen; zo zal ons al het volk stenigen; want zij houden voor zeker, dat Johannes een profeet was.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin