Mattheus 27:40 | En zeggende: Gij, Die den tempel afbreekt, en in drie dagen opbouwt, verlos Uzelven. Indien Gij de Zone Gods zijt, zo kom af van het kruis. |
Mattheus 27:41 | En desgelijks ook de overpriesters met de Schriftgeleerden, en ouderlingen, en Farizeen, [Hem] bespottende, zeiden: |
Mattheus 27:46 | En omtrent de negende ure riep Jezus met een grote stem zeggende: ELI, ELI, LAMA SABACHTHANI! dat is: Mijn God! Mijn God! Waarom hebt Gij Mij verlaten! |
Mattheus 27:47 | En sommigen van die daar stonden, [zulks] horende, zeiden: Deze roept Elias. |
Mattheus 27:49 | Doch de anderen zeiden: Houd op, laat ons zien, of Elias komt, om Hem te verlossen. |
Mattheus 27:54 | En de hoofdman over honderd, en die met hem Jezus bewaarden, ziende de aardbeving, en de dingen, die geschied waren, werden zeer bevreesd, zeggende: Waarlijk, Deze was Gods Zoon! |
Mattheus 27:63 | Zeggende: Heer, wij zijn indachtig, dat deze verleider, nog levende, gezegd heeft: Na drie dagen zal Ik opstaan. |
Mattheus 28:9 | En als zij heengingen, om Zijn discipelen te boodschappen, ziet, Jezus is haar ontmoet, zeggende: Weest gegroet! En zij, tot [Hem] komende, grepen Zijn voeten, en aanbaden Hem. |
Mattheus 28:10 | Toen zeide Jezus tot haar: Vreest niet; gaat henen, boodschapt Mijn broederen, dat zij heengaan naar Galilea, en aldaar zullen zij Mij zien. |
Mattheus 28:13 | En zeiden: Zegt: Zijn discipelen zijn des nachts gekomen, en hebben Hem gestolen, als wij sliepen. |
Mattheus 28:18 | En Jezus, bij hen komende, sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. |
Markus 1:7 | En hij predikte, zeggende: Na mij komt, Die sterker is dan ik, Wien ik niet waardig ben, nederbukkende, den riem Zijner schoenen te ontbinden. |
Markus 1:15 | En zeggende: De tijd is vervuld, en het Koninkrijk Gods nabij gekomen; bekeert u, en gelooft het Evangelie. |
Markus 1:24 | Zeggende: Laat af, wat hebben wij met U [te doen], Gij Jezus Nazarener, zijt Gij gekomen om ons te verderven? Ik ken U, wie Gij zijt, [namelijk] de Heilige Gods. |
Markus 1:25 | En Jezus bestrafte hem, zeggende: Zwijg stil, en ga uit van hem. |
Markus 1:27 | En zij werden allen verbaasd, zodat zij onder elkander vraagden, zeggende: Wat is dit? Wat nieuwe leer is deze, dat Hij met macht ook den onreine geesten gebiedt, en zij Hem gehoorzaam zijn! |
Markus 1:30 | En Simons vrouws moeder lag met de koorts; en terstond zeiden zij Hem van haar. |
Markus 1:37 | En zij Hem gevonden hebbende, zeiden tot Hem: Zij zoeken U allen. |
Markus 1:38 | En Hij zeide tot hen: Laat ons in de bijliggende vlekken gaan, opdat Ik ook daar predike; want daartoe ben Ik uitgegaan. |
Markus 1:40 | En tot Hem kwam een melaatse, biddende Hem, en vallende voor Hem op de knieen, en tot Hem zeggende: Indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen. |