G3056 λόγος
woord, toespraak, rede, rekening, beschouwing, leerstelling, onderwijs

Bijbelteksten

Mattheus 19:11Doch Hij zeide tot hen: Allen vatten dit woord niet, maar dien het gegeven is.
Mattheus 19:22Als nu de jongeling dit woord hoorde, ging hij bedroefd weg; want hij had vele goederen.
Mattheus 21:24En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Ik zal u ook een woord vragen, hetwelk indien gij Mij zult zeggen, zo zal Ik u ook zeggen door wat macht Ik deze dingen doe.
Mattheus 22:15Toen gingen de Farizeen heen, en hielden te zamen raad, hoe zij Hem verstrikken zouden in [Zijn] rede.
Mattheus 22:46En niemand kon Hem een woord antwoorden, noch iemand durfde Hem van dien dag aan [iets] meer vragen.
Mattheus 24:35De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.
Mattheus 25:19En na een langen tijd kwam de heer van dezelve dienstknechten, en hield rekening met hen.
Mattheus 26:1En het is geschied, als Jezus al deze woorden geeindigd had, dat Hij tot Zijn discipelen zeide:
Mattheus 26:44En hen latende, ging Hij wederom heen, en bad ten derden male, zeggende dezelfde woorden.
Mattheus 28:15En zij, het geld genomen hebbende, deden, gelijk zij geleerd waren. En dit woord is verbreid geworden bij de Joden tot op den huidigen dag.
Markus 1:45Maar hij uitgegaan zijnde, begon vele dingen te verkondigen en dat woord te verbreiden, alzo dat Hij niet meer openbaar in de stad kon komen, maar was buiten in de woeste plaatsen; en zij kwamen tot Hem van alle kanten.
Markus 2:2En terstond vergaderden [daar] velen, alzo dat ook zelfs de [plaatsen] omtrent de deur [hen] niet meer konden bevatten; en Hij sprak het Woord tot hen.
Markus 4:14De zaaier [is, die] het Woord zaait.
Markus 4:15En dezen zijn, die bij den weg [bezaaid worden], waarin het Woord gezaaid wordt; en als zij het gehoord hebben, zo komt de satan terstond, en neemt het Woord weg, hetwelk in hun harten gezaaid was.
Markus 4:16En dezen zijn desgelijks, die op de steenachtige [plaatsen] bezaaid worden; welke, als zij het Woord gehoord hebben, terstond hetzelve met vreugde ontvangen;
Markus 4:17En hebben geen wortel in zichzelven, maar zijn voor een tijd; daarna, als verdrukking of vervolging komt om des Woords wil, zo worden zij terstond geergerd.
Markus 4:18En dezen zijn, die in de doornen bezaaid worden, [namelijk] degenen, die het Woord horen;
Markus 4:19En de zorgvuldigheden dezer wereld, en de verleiding des rijkdoms en de begeerlijkheden omtrent de andere dingen, inkomende, verstikken het Woord, en het wordt onvruchtbaar.
Markus 4:20En dezen zijn, die in de goede aarde bezaaid zijn, welke het Woord horen en aannemen, en dragen vruchten, het ene dertig-, en het andere zestig-, en het andere honderd[voud].
Markus 4:33En door vele zulke gelijkenissen sprak Hij tot hen het Woord, naardat zij het horen konden.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech