G3361 μή
niet, niet dan

Bijbelteksten

Mattheus 13:14En in hen wordt de profetie van Jesaja vervuld, die zegt: Met het gehoor zult gij horen, en geenszins verstaan; en ziende zult gij zien, en geenszins bemerken.
Mattheus 13:19Als iemand dat Woord des Koninkrijks hoort, en niet verstaat, zo komt de boze, en rukt weg hetgeen in zijn hart gezaaid was; deze is degene die bij den weg bezaaid is.
Mattheus 13:57En zij werden aan Hem geergerd. Maar Jezus zeide tot hen: Een profeet is niet ongeeerd, dan in zijn vaderland, en in zijn huis.
Mattheus 14:17Doch zij zeiden tot Hem: Wij hebben hier niet dan vijf broden en twee vissen.
Mattheus 14:27Maar terstond sprak Jezus hen aan, zeggende: Zijt goedsmoeds, Ik ben het, vreest niet.
Mattheus 15:5Maar gij zegt: Zo wie tot vader of moeder zal zeggen: [Het is] een gave, zo wat u van mij zou kunnen ten nutte komen; en zijn vader of zijn moeder geenszins zal eren, [die voldoet].
Mattheus 15:24Maar Hij, antwoordende, zeide: Ik ben niet gezonden, dan tot de verloren schapen van het huis Israels.
Mattheus 16:4Het boos en overspelig geslacht verzoekt een teken; en hun zal geen teken gegeven worden, dan het teken van Jona, den profeet. En hen verlatende, ging Hij weg.
Mattheus 16:22En Petrus, Hem tot zich genomen hebbende, begon Hem te bestraffen, zeggende: Heere, [wees] U genadig! dit zal U geenszins geschieden.
Mattheus 16:28Voorwaar zeg Ik u: Er zijn sommigen van die hier staan, dewelke den dood niet smaken zullen, totdat zij den Zoon des mensen zullen hebben zien komen in Zijn Koninkrijk.
Mattheus 17:7En Jezus, bij hen komende, raakte hen aan, en zeide: Staat op en vreest niet.
Mattheus 17:8En hun ogen opheffende, zagen zij niemand, dan Jezus alleen.
Mattheus 17:21Maar dit geslacht vaart niet uit, dan door bidden en vasten.
Mattheus 17:27Maar opdat wij hun geen aanstoot geven, ga heen naar de zee, werp de angel [uit], en de eerste vis, die opkomt, neem, en zijn mond geopend hebbende, zult gij een stater vinden; neem die, en geef hem aan hen voor Mij en u.
Mattheus 18:3En zeide: Voorwaar zeg Ik u: Indien gij u niet verandert, en wordt gelijk de kinderkens, zo zult gij in het Koninkrijk der hemelen geenszins ingaan.
Mattheus 18:10Ziet toe, dat gij niet een van deze kleinen veracht. Want Ik zeg ulieden, dat hun engelen in de hemelen altijd zien het aangezicht Mijns Vaders, Die in de hemelen is.
Mattheus 18:13En indien het geschiedt, dat hij hetzelve vindt, voorwaar zeg Ik u, dat hij zich meer verblijdt over hetzelve, dan over de negen en negentig, die niet afgedwaald zijn geweest.
Mattheus 18:16Maar indien hij [u] niet hoort, zo neem nog een of twee met u; opdat in de mond van twee of drie getuigen alle woord besta.
Mattheus 18:25En als hij niet had, om te betalen, beval zijn heer, dat men hem zou verkopen, en zijn vrouw en kinderen, en al wat hij had, en dat [de schuld] zou betaald worden.
Mattheus 18:35Alzo zal ook Mijn hemelse Vader u doen, indien gij niet van harte vergeeft een iegelijk zijn broeder zijn misdaden.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech