G3361 μή
niet, niet dan

Bijbelteksten

Markus 2:21En niemand naait een lap ongevold laken op een oud kleed; anders scheurt deszelfs nieuwe aangenaaide lap [iets] af van het oude [kleed], en er wordt een ergere scheur.
Markus 2:22En niemand doet nieuwen wijn in oude [lederzakken]; anders doet de nieuwe wijn de [leder]zakken bersten en de wijn wordt uitgestort, en de [leder]zakken verderven; maar nieuwen wijn moet men in nieuwe [leder]zakken doen.
Markus 2:26Hoe hij ingegaan is in het huis Gods, ten tijde van Abjathar, den hogepriester, en de toonbroden gegeten heeft, die niemand zijn geoorloofd te eten, dan den priesteren, en ook gegeven heeft dengenen, die met hem waren?
Markus 3:9En Hij zeide tot Zijn discipelen, dat een scheepje steeds omtrent Hem blijven zou, om der schare wil, opdat zij Hem niet zouden verdringen.
Markus 3:12En Hij gebood hun scherpelijk dat zij Hem niet zouden openbaar maken.
Markus 3:20En zij kwamen in huis; en daar vergaderde wederom en schare, alzo dat zij ook zelfs niet konden brood eten.
Markus 3:27Er kan niemand in het huis eens sterken ingaan en zijn vaten ontroven, indien hij niet eerst den sterke bindt; en alsdan zal hij zijn huis beroven.
Markus 4:5En het andere viel op het steenachtige, waar het niet veel aarde had; en het ging terstond op, omdat het geen diepte van aarde had.
Markus 4:6Maar als de zon opgegaan was, zo is het verbrand geworden, en omdat het geen wortel had, zo is het verdord.
Markus 4:12Opdat zij ziende zien, en niet bemerken, en horende horen, en niet verstaan; opdat zij zich niet te eniger tijd, bekeren en hun de zonden vergeven worden.
Markus 4:22Want er is niets verborgen, dat niet geopenbaard zal worden; en er is niets geschied, [om] verborgen [te zijn], maar opdat het in het openbaar zou komen.
Markus 5:7En met een grote stem roepende, zeide hij: Wat heb ik met U [te doen], Jezus, Gij Zone Gods, des Allerhoogsten? Ik bezweer U bij God, dat Gij mij niet pijnigt!
Markus 5:10En hij bad Hem zeer, dat Hij hen buiten het land niet wegzond.
Markus 5:36En Jezus, terstond gehoord hebbende het woord, dat er gesproken werd, zeide tot den overste der synagoge: Vrees niet; geloof alleenlijk.
Markus 5:37En Hij liet niemand toe Hem te volgen, dan Petrus, en Jakobus, en Johannes, den broeder van Jakobus;
Markus 6:4En Jezus zeide tot hen: Een profeet is niet ongeeerd dan in zijn vaderland en onder [zijn] magen, en in zijn huis.
Markus 6:5En Hij kon aldaar geen kracht doen; dan Hij legde weinigen zieken de handen op, en genas hen.
Markus 6:8En Hij gebood hun, dat zij niets zouden nemen tot den weg, dan alleenlijk een staf, geen male, geen brood, geen geld in den gordel;
Markus 6:9Maar dat zij schoenzolen zouden aanbinden, en met geen twee rokken gekleed zijn.
Markus 6:11En zo wie u niet zullen ontvangen, noch u horen, vertrekkende van daar, schudt het stof af, dat onder aan uw voeten is, hun tot een getuigenis. Voorwaar zeg Ik u: Het zal Sodom en Gomorra verdragelijker zijn in den dag des oordeels dan dezelve stad.

Mede mogelijk dankzij

TuinTuin