G4314 πρός
ten voordele van, bij, tegen, aan

Bijbelteksten

Johannes 4:35Zegt gijlieden niet: Het zijn nog vier maanden, en [dan] komt de oogst? Ziet, Ik zeg u: Heft uw ogen op en aanschouwt de landen; want zij zijn alrede wit om te oogsten.
Johannes 4:40Als dan de Samaritanen tot Hem gekomen waren, baden zij Hem, dat Hij bij hen bleef; en Hij bleef aldaar twee dagen.
Johannes 4:47Deze, gehoord hebbende, dat Jezus uit Judea in Galilea kwam, ging tot Hem, en bad Hem, dat Hij afkwame, en zijn zoon gezond maakte; want hij lag op zijn sterven.
Johannes 4:48Jezus dan zeide tot hem: Tenzij dat gijlieden tekenen en wonderen ziet, zo zult gij niet geloven.
Johannes 4:49De koninklijke [hoveling] zeide tot Hem: Heere, kom af, eer mijn kind sterft.
Johannes 5:33Gijlieden hebt tot Johannes gezonden, en hij heeft der waarheid getuigenis gegeven.
Johannes 5:35Hij was een brandende en lichtende kaars; en gij hebt ulieden voor een korten tijd in zijn licht willen verheugen.
Johannes 5:40En gij wilt tot Mij niet komen, opdat gij het leven moogt hebben.
Johannes 5:45Meent niet, dat Ik u verklagen zal bij den Vader; die u verklaagt, is Mozes, op welken gij gehoopt hebt.
Johannes 6:5Jezus dan, de ogen opheffende, en ziende, dat een grote schare tot Hem kwam, zeide tot Filippus: Van waar zullen wij broden kopen, opdat deze eten mogen?
Johannes 6:17En in het schip gegaan zijnde, kwamen zij over de zee naar Kapernaum. En het was alrede duister geworden, en Jezus was tot hen niet gekomen.
Johannes 6:28Zij zeiden dan tot Hem: Wat zullen wij doen, opdat wij de werken Gods mogen werken?
Johannes 6:34Zij zeiden dan tot Hem: Heere, geef ons altijd dit Brood.
Johannes 6:35En Jezus zeide tot hen: Ik ben het Brood des levens; die tot Mij komt, zal geenszins hongeren, en die in Mij gelooft, zal nimmermeer dorsten.
Johannes 6:37Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen; en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.
Johannes 6:44Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage.
Johannes 6:45Er is geschreven in de profeten: En zij zullen allen van God geleerd zijn. Een iegelijk dan, die [het] van den Vader gehoord en geleerd heeft, die komt tot Mij.
Johannes 6:52De Joden dan streden onder elkander, zeggende: Hoe kan ons deze [Zijn] vlees te eten geven?
Johannes 6:65En Hij zeide: Daarom heb Ik u gezegd, dat niemand tot Mij komen kan, tenzij dat het hem gegeven zij van Mijn Vader.
Johannes 6:68Simon Petrus dan antwoordde Hem: Heere, tot Wien zullen wij heengaan? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs