G4314 πρός
ten voordele van, bij, tegen, aan

Bijbelteksten

Handelingen 28:30En Paulus bleef twee gehele jaren in zijn eigen gehuurde woning; en ontving allen, die tot hem kwamen;
Romeinen 1:10Allen tijd in mijn gebeden biddende, of mogelijk mij nog te eniger tijd goede gelegenheid gegeven werd, door den wil van God, om tot ulieden te komen.
Romeinen 1:13Doch ik wil niet, dat u onbekend zij, broeders, dat ik menigmaal voorgenomen heb tot u te komen (en ben tot nog toe verhinderd geweest), opdat ik ook onder u enige vrucht zou hebben, gelijk als ook onder de andere heidenen.
Romeinen 3:26Tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid in dezen tegenwoordigen tijd; opdat Hij rechtvaardig zij, en rechtvaardigende dengene, die uit het geloof van Jezus is.
Romeinen 4:2Want indien Abraham uit de werken gerechtvaardigd is, zo heeft hij roem, maar niet bij God.
Romeinen 5:1Wij dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God, door onzen Heere Jezus Christus;
Romeinen 8:18Want ik houde het daarvoor, dat het lijden dezes tegenwoordigen tijds niet is te waarderen tegen de heerlijkheid, die aan ons zal geopenbaard worden.
Romeinen 8:31Wat zullen wij dan tot deze dingen zeggen? Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn?
Romeinen 10:1Broeders, de toegenegenheid mijns harten, en het gebed, dat [ik] tot God voor Israël [doe], is tot [hun] zaligheid.
Romeinen 10:21Maar tegen Israel zegt Hij: Den gehelen dag heb Ik Mijn handen uitgestrekt tot een ongehoorzaam en tegensprekend volk.
Romeinen 15:2Dat dan een iegelijk van ons [zijn] naaste behage ten goede, tot stichting.
Romeinen 15:17Zo heb ik dan roem in Christus Jezus in die dingen, die God aangaan.
Romeinen 15:22Waarom ik ook menigmaal verhinderd geweest ben tot u te komen.
Romeinen 15:23Maar nu geen plaats meer hebbende in deze gewesten, en van over vele jaren groot verlangen hebbende, om tot u te komen,
Romeinen 15:24Zo zal ik, wanneer ik naar Spanje reis, tot u komen; want ik hoop in het doorreizen u te zien, en van u derwaarts geleid te worden, als ik eerst van ulieder [tegenwoordigheid] eensdeels verzadigd zal zijn.
Romeinen 15:29En ik weet, dat ik, tot u komende, met vollen zegen des Evangelies van Christus komen zal.
Romeinen 15:30En ik bid u, broeders, door onzen Heere Jezus Christus, en door de liefde des Geestes, dat gij met mij strijdt in de gebeden tot God voor mij;
Romeinen 15:32Opdat ik met blijdschap, door den wil van God, tot u mag komen, en met u verkwikt worden.
1 Corinthiers 2:1En ik, broeders, als ik tot u ben gekomen, ben niet gekomen met uitnemendheid van woorden, of van wijsheid, u verkondigende de getuigenis van God.
1 Corinthiers 2:3En ik was bij ulieden in zwakheid, en in vreze, en in vele beving.

Mede mogelijk dankzij

BoekenBoeken