G4334 προσέρχομαι
dichterbij komen, naderen

Bijbelteksten

Mattheus 17:14En als zij bij de schare gekomen waren, kwam tot Hem een mens, vallende voor Hem op de knieen, en zeggende:
Mattheus 17:19Toen kwamen de discipelen tot Jezus alleen, en zeiden: Waarom hebben wij hem niet kunnen uitwerpen?
Mattheus 17:24En als zij te Kapernaum ingekomen waren, gingen tot Petrus die de didrachmen ontvingen, en zeiden: Uw Meester, betaalt Hij de didrachmen niet?
Mattheus 18:1Te dierzelfder ure kwamen de discipelen tot Jezus, zeggende: Wie is toch de meeste in het Koninkrijk der hemelen?
Mattheus 18:21Toen kwam Petrus tot Hem, en zeide: Heere! hoe menigmaal zal mijn broeder tegen mij zondigen, en ik hem vergeven? Tot zevenmaal?
Mattheus 19:3En de Farizeen kwamen tot Hem, verzoekende Hem, en zeggende tot Hem: Is het een mens geoorloofd zijn vrouw te verlaten, om allerlei oorzaak?
Mattheus 19:16En ziet, er kwam een tot Hem, en zeide tot Hem: Goede Meester! wat zal ik goeds doen, opdat ik het eeuwige leven hebbe?
Mattheus 20:20Toen kwam de moeder der zonen van Zebedeus tot Hem, met haar zonen, [Hem] aanbiddende, en begerende wat van Hem.
Mattheus 21:14En er kwamen blinden en kreupelen tot Hem in den tempel, en Hij genas dezelve.
Mattheus 21:23En als Hij in den tempel gekomen was, kwamen tot Hem, terwijl Hij leerde, de overpriesters en de ouderlingen des volks, zeggende: Door wat macht doet Gij deze dingen? En Wie heeft U deze macht gegeven?
Mattheus 21:28Maar wat dunkt u? Een mens had twee zonen, en gaande tot den eersten, zeide: Zoon! ga heen, werk heden in mijn wijngaard.
Mattheus 21:30En gaande tot den tweeden, zeide desgelijks, en deze antwoordde en zeide: Ik [ga], heer! en hij ging niet.
Mattheus 22:23Te dienzelfden dage kwamen tot Hem de Sadduceen, die zeggen, dat er geen opstanding is, en vraagden Hem,
Mattheus 24:1En Jezus ging uit en vertrok van den tempel; en Zijn discipelen kwamen bij Hem, om Hem de gebouwen des tempels te tonen.
Mattheus 24:3En als Hij op den Olijfberg gezeten was, gingen de discipelen tot Hem alleen, zeggende: Zeg ons, wanneer zullen deze dingen zijn, en welk [zal] het teken [zijn] van Uw toekomst, en van de voleinding der wereld?
Mattheus 25:20En die de vijf talenten ontvangen had, kwam, en bracht tot hem andere vijf talenten, zeggende: Heere! vijf talenten hebt gij mij gegeven; zie andere vijf talenten heb ik boven dezelve gewonnen.
Mattheus 25:22En die de twee talenten ontvangen had, kwam ook tot hem, en zeide: Heere! twee talenten hebt gij mij gegeven; zie, twee andere talenten heb ik boven dezelve gewonnen.
Mattheus 25:24Maar die het ene talent ontvangen had, kwam ook en zeide: Heere! ik kende u, dat gij een hard mens zijt, maaiende, waar gij niet gezaaid hebt, en vergaderende van daar, [waar] gij niet gestrooid hebt.
Mattheus 26:7Kwam tot Hem een vrouw, hebbende een albasten fles met zeer kostelijke zalf, en goot ze uit op Zijn hoofd, daar Hij aan [tafel] zat.
Mattheus 26:17En op den eerste dag der ongehevelde [broden] kwamen de discipelen tot Jezus, zeggende tot Hem: Waar wilt Gij, dat wij U bereiden het pascha te eten?

Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel