G4487 ῥῆμα
rede, toespraak

Bijbelteksten

Lukas 7:1Nadat Hij nu al Zijn woorden voleindigd had, ten aanhore des volks, ging Hij in te Kapernaum.
Lukas 9:45Maar zij verstonden dit woord niet, en het was voor hen verborgen, alzo dat zij het niet begrepen; en zij vreesden van dat woord Hem te vragen.
Lukas 18:34En zij verstonden geen van deze dingen; en dit woord was voor hen verborgen, en zij verstonden niet, hetgeen gezegd werd.
Lukas 20:26En zij konden Hem in [Zijn] woord niet vatten voor het volk; en zich verwonderende over Zijn antwoord, zwegen zij stil.
Lukas 24:8En zij werden indachtig Zijner woorden.
Lukas 24:11En haar woorden schenen voor hen als ijdel geklap, en zij geloofden haar niet.
Johannes 3:34Want Dien God gezonden heeft, Die spreekt de woorden Gods; want God geeft [Hem] de Geest niet met mate.
Johannes 5:47Maar zo gij zijn Schriften niet gelooft, hoe zult gij Mijn woorden geloven?
Johannes 6:63De Geest is het, Die levend maakt; het vlees is niet nut. De woorden, die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven.
Johannes 6:68Simon Petrus dan antwoordde Hem: Heere, tot Wien zullen wij heengaan? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens.
Johannes 8:20Deze woorden sprak Jezus bij de schatkist, lerende in den tempel; en niemand greep Hem; want Zijn ure was nog niet gekomen.
Johannes 8:47Die uit God is, hoort de woorden Gods; daarom hoort gijlieden niet, omdat gij uit God niet zijt.
Johannes 10:21Anderen zeiden: Dit zijn geen woorden eens bezetenen; kan ook de duivel der blinden ogen openen?
Johannes 12:47En indien iemand Mijn woorden gehoord, en niet geloofd zal hebben, Ik oordeel hem niet; want Ik ben niet gekomen, opdat Ik de wereld oordele, maar opdat Ik de wereld zalig make.
Johannes 12:48Die Mij verwerpt, en Mijn woorden niet ontvangt, heeft, die hem oordeelt; het woord, dat Ik gesproken heb, dat zal hem oordelen ten laatsten dage.
Johannes 14:10Gelooft gij niet, dat Ik in den Vader [ben], en de Vader in Mij is? De woorden, die Ik tot ulieden spreek, spreek Ik van Mijzelven niet, maar de Vader, Die in Mij blijft, Dezelve doet de werken.
Johannes 15:7Indien gij in Mij blijft, en Mijn woorden in u blijven, zo wat gij wilt, zult gij begeren, en het zal u geschieden.
Johannes 17:8Want de woorden, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven, en zij hebben ze ontvangen, en zij hebben waarlijk bekend, dat Ik van U uitgegaan ben, en hebben geloofd, dat Gij Mij gezonden hebt.
Handelingen 2:14Maar Petrus, staande met de elven, verhief zijn stem, en sprak tot hen: Gij Joodse mannen, en gij allen, die te Jeruzalem woont, dit zij u bekend, en laat mijn woorden tot uw oren ingaan.
Handelingen 5:20Gaat heen, en staat, en spreekt in den tempel tot het volk al de woorden dezes levens.

Mede mogelijk dankzij

Hadderech