Handelingen 5:32 | En wij zijn Zijn getuigen van deze woorden; en ook de Heilige Geest, Welken God gegeven heeft dengenen, die Hem gehoorzaam zijn. |
Handelingen 6:11 | Toen maakten zij mannen uit, die zeiden: Wij hebben hem horen spreken lasterlijke woorden tegen Mozes en God. |
Handelingen 6:13 | En stelden valse getuigen, die zeiden: Deze mens houdt niet op lasterlijke woorden te spreken tegen deze heilige plaats en de wet. |
Handelingen 10:22 | En zij zeiden: Cornelius, een hoofdman over honderd, een rechtvaardig man, en vrezende God, en die [goede] getuigenis heeft van het ganse volk der Joden, is door Goddelijke openbaring vermaand van een heiligen engel, dat hij u zou ontbieden te zijnen huize, en dat hij van u woorden der zaligheid zou horen. |
Handelingen 10:37 | Gijlieden weet de zaak, die geschied is door geheel Judea, beginnende van Galilea, na den doop, welken Johannes gepredikt heeft; |
Handelingen 10:44 | Als Petrus nog deze woorden sprak, viel de Heilige Geest op allen, die het Woord hoorden. |
Handelingen 11:14 | Die woorden tot u zal spreken, door welke gij zult zalig worden, en al uw huis. |
Handelingen 11:16 | En ik werd gedachtig aan het woord des Heeren, hoe Hij zeide: Johannes doopte wel met water, maar gijlieden zult gedoopt worden met den Heiligen Geest. |
Handelingen 13:42 | En als de Joden uitgegaan waren uit de synagoge, baden de heidenen, dat tegen den naasten sabbat hun dezelfde woorden zouden gesproken worden. |
Handelingen 16:38 | En de stadsdienaars boodschapten deze woorden wederom den hoofdmannen; en zij werden bevreesd, horende, dat zij Romeinen waren. |
Handelingen 26:25 | Maar hij zeide: Ik raas niet, machtigste Festus, maar ik spreek woorden van waarheid en van een gezond verstand; |
Handelingen 28:25 | En tegen elkander oneens zijnde, scheidden zij; als Paulus [dit] ene woord gezegd had, [namelijk]: Wel heeft de Heilige Geest gesproken door Jesaja, den profeet, tot onze vaderen, |
Romeinen 10:8 | Maar wat zegt zij? Nabij u is het Woord, in uw mond en in uw hart. Dit is het Woord des geloofs, hetwelk wij prediken. |
Romeinen 10:17 | Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods. |
Romeinen 10:18 | Maar ik zeg: Hebben zij het niet gehoord? Ja toch, hun geluid is over de gehele aarde uitgegaan, en hun woorden tot de einden der wereld. |
2 Corinthiers 12:4 | Dat hij opgetrokken is geweest in het paradijs, en gehoord heeft onuitsprekelijke woorden, die het een mens niet geoorloofd is te spreken. |
2 Corinthiers 13:1 | Dit is de derde maal, [dat] ik tot u kom; in den mond van twee of drie getuigen zal alle woord bestaan. |
Efeziers 5:26 | Opdat Hij haar heiligen zou, [haar] gereinigd hebbende met het bad des waters door het Woord; |
Efeziers 6:17 | En neemt den helm der zaligheid, en het zwaard des Geestes, hetwelk is Gods Woord. |
Hebreeen 1:3 | Dewelke, alzo Hij is het Afschijnsel [Zijner] heerlijkheid, en het uitgedrukte Beeld Zijner zelfstandigheid, en alle dingen draagt door het woord Zijner kracht, nadat Hij de reinigmaking onzer zonden door Zichzelven te weeg gebracht heeft, is gezeten aan de rechter[hand] der Majesteit in de hoogste [hemelen]; |