1 Timotheus 6:2 | En die gelovige heren hebben, zullen hen niet verachten, omdat zij broeders zijn; maar zullen hen te meer dienen, omdat zij gelovig en geliefd zijn, als die deze weldaad mede deelachtig zijn. Leer en vermaan deze dingen. |
1 Timotheus 6:11 | Maar gij, o mens Gods, vlied deze dingen; en jaag naar gerechtigheid, godzaligheid, geloof, liefde, lijdzaamheid, zachtmoedigheid. |
2 Timotheus 1:12 | Om welke oorzaak ik ook deze dingen lijde, maar word niet beschaamd; want ik weet, Wien ik geloofd heb, en ik ben verzekerd, dat Hij machtig is, mijn pand, bij [Hem] weggelegd, te bewaren tot dien dag. |
2 Timotheus 2:2 | En hetgeen gij van mij gehoord hebt onder vele getuigen, betrouw dat aan getrouwe mensen, welke bekwaam zullen zijn om ook anderen te leren. |
2 Timotheus 2:14 | Breng deze dingen in gedachtenis, en betuig voor den Heere, dat zij geen woordenstrijd voeren, [hetwelk] tot geen ding nut is, [dan] tot verkering der toehoorders. |
Titus 2:15 | Spreek dit, en vermaan, en bestraf met allen ernst. Dat niemand u verachte. |
Titus 3:8 | Dit is een getrouw woord, en deze dingen wil ik, dat gij ernstelijk bevestigt, opdat degenen, die aan God geloven, zorg dragen, om goede werken voor te staan; deze dingen zijn het, die goed en nuttig zijn den mensen. |
Hebreeen 4:8 | Want indien Jozua hen in de rust gebracht heeft, zo had Hij daarna niet gesproken van een anderen dag. |
Hebreeen 7:13 | Want Hij, op Wien deze dingen gezegd worden, behoort tot een anderen stam, van welken niemand zich tot het altaar begeven heeft. |
Hebreeen 11:12 | Daarom zijn ook van een, en dat een verstorvene, [zovelen] in menigte geboren, als de sterren des hemels, en als het zand, dat aan den oever der zee is, hetwelk ontallijk is. |
Jakobus 3:10 | Uit denzelfden mond komt voort zegening en vervloeking. Dit moet, mijn broeders, alzo niet geschieden. |
1 Petrus 1:11 | Onderzoekende, op welke of hoedanigen tijd de Geest van Christus, Die in hen was, beduidde en te voren getuigde, het lijden, [dat] op Christus [komen zou], en de heerlijkheid daarna [volgende]. |
2 Petrus 1:8 | Want zo deze dingen bij u zijn, en [in u] overvloedig zijn, zij zullen [u] niet ledig noch onvruchtbaar laten in de kennis van onzen Heere Jezus Christus. |
2 Petrus 1:9 | Want bij welken deze dingen niet zijn, die is blind, van verre niet ziende, hebbende vergeten de reiniging zijner vorige zonden. |
2 Petrus 1:10 | Daarom, broeders, benaarstigt u te meer, om uw roeping en verkiezing vast te maken; want dat doende zult gij nimmermeer struikelen. |
2 Petrus 3:14 | Daarom, geliefden, verwachtende deze dingen, benaarstigt u, dat gij onbevlekt en onbestraffelijk van Hem bevonden moogt worden in vrede; |
1 Johannes 1:4 | En deze dingen schrijven wij u, opdat uw blijdschap vervuld zij. |
1 Johannes 2:1 | Mijn kinderkens, ik schrijf u deze dingen, opdat gij niet zondigt. En indien iemand gezondigd heeft, wij hebben een Voorspraak bij den Vader, Jezus Christus, den Rechtvaardige; |
1 Johannes 2:26 | Dit heb ik u geschreven van degenen, die u verleiden. |
1 Johannes 5:13 | Dezen dingen heb ik u geschreven, die gelooft in den Naam des Zoons van God; opdat gij weet, dat gij het eeuwige leven hebt, en opdat gij gelooft in den Naam des Zoons van God. |