1 Thessalonicensen 3:3 | Opdat niemand bewogen worde in deze verdrukkingen; want gij weet zelven, dat wij hiertoe gesteld zijn. |
1 Thessalonicensen 3:5 | Daarom ook [deze begeerte] niet langer kunnende verdragen, heb ik [hem] gezonden, om uw geloof te verstaan; of niet misschien de verzoeker u zou verzocht hebben, en onze arbeid ijdel zou wezen. |
1 Thessalonicensen 3:7 | Zo zijn wij daarom, broeders, over u in al onze verdrukking en nood vertroost geworden door uw geloof; |
1 Thessalonicensen 4:3 | Want dit is de wil van God, uw heiligmaking: dat gij u onthoudt van de hoererij; |
1 Thessalonicensen 4:15 | Want dat zeggen wij u door het Woord des Heeren, dat wij, die levend overblijven zullen tot de toekomst des Heeren, niet zullen voorkomen degenen, die ontslapen zijn. |
1 Thessalonicensen 5:18 | Dankt [God] in alles; want dit is de wil van God in Christus Jezus over u. |
2 Thessalonicensen 2:11 | En daarom zal God hun zenden een kracht der dwaling, dat zij de leugen zouden geloven; |
2 Thessalonicensen 3:10 | Want ook toen wij bij u waren, hebben wij u dit bevolen, dat, zo iemand niet wil werken, hij ook niet ete. |
1 Timotheus 1:9 | En hij dit weet, dat den rechtvaardigen de wet niet is gezet, maar den onrechtvaardigen en den halsstarrigen, den goddelozen en den zondaren, den onheiligen en den ongoddelijken, den vadermoorders en den moedermoorders, den doodslagers, |
1 Timotheus 1:16 | Maar daarom is mij barmhartigheid geschied, opdat Jezus Christus in mij, die de voornaamste ben, al [Zijn] lankmoedigheid zou betonen, tot een voorbeeld dergenen, die in Hem geloven zullen ten eeuwigen leven. |
1 Timotheus 2:3 | Want dat is goed en aangenaam voor God, onzen Zaligmaker; |
1 Timotheus 4:10 | Want hiertoe arbeiden wij ook, en worden versmaad, omdat wij gehoopt hebben op den levenden God, Die een Behouder is aller mensen, [maar] allermeest der gelovigen. |
1 Timotheus 4:16 | Heb acht op uzelven en op de leer; volhard daarin; want dat doende, zult gij en uzelven behouden, en die u horen. |
1 Timotheus 5:4 | Maar zo enige weduwe kinderen heeft, of kindskinderen, dat die leren eerst aan hun eigen huis godzaligheid oefenen, en den voorouderen wedervergelding te doen; want dat is goed en aangenaam voor God. |
2 Timotheus 1:15 | Gij weet dit, dat allen, die in Azie zijn, zich van mij afgewend hebben; onder dewelke is Fygellus en Hermogenes. |
2 Timotheus 2:10 | Daarom verdraag ik alles om de uitverkorenen, opdat ook zij de zaligheid zouden verkrijgen, die in Christus Jezus is, met eeuwige heerlijkheid. |
2 Timotheus 3:1 | En weet dit, dat in de laatste dagen ontstaan zullen zware tijden. |
Filemon 1:12 | Doch gij, neem hem, dat is mijn ingewanden, [weder] aan; |
Filemon 1:15 | Want veellicht is hij daarom voor een kleinen tijd [van u] gescheiden geweest, opdat gij hem eeuwig zoudt weder hebben. |
Filemon 1:18 | En indien hij u iets verongelijkt heeft, of schuldig is, reken dat mij toe. |