Johannes 6:61 | Jezus nu, wetende bij Zichzelven, dat Zijn discipelen daarover murmureerden, zeide tot hen: Ergert ulieden dit? |
Johannes 6:65 | En Hij zeide: Daarom heb Ik u gezegd, dat niemand tot Mij komen kan, tenzij dat het hem gegeven zij van Mijn Vader. |
Johannes 7:22 | Daarom heeft Mozes ulieden de besnijdenis gegeven (niet dat zij uit Mozes is, maar uit de vaderen), en gij besnijdt een mens op den sabbat. |
Johannes 7:39 | (En dit zeide Hij van den Geest, Denwelken ontvangen zouden, die in Hem geloven; want de Heilige Geest was nog niet, overmits Jezus nog niet verheerlijkt was.) |
Johannes 8:6 | En dit zeiden zij, Hem verzoekende, opdat zij [iets] hadden, om Hem te beschuldigen. Maar Jezus, nederbukkende, schreef met den vinger in de aarde. |
Johannes 8:40 | Maar nu zoekt gij Mij te doden, een Mens, Die u de waarheid gesproken heb, welke Ik van God gehoord heb. Dat deed Abraham niet. |
Johannes 8:47 | Die uit God is, hoort de woorden Gods; daarom hoort gijlieden niet, omdat gij uit God niet zijt. |
Johannes 9:23 | Daarom zeiden zijn ouders: Hij heeft [zijn] ouderdom, vraagt hemzelven. |
Johannes 10:17 | Daarom heeft mij de Vader lief, overmits Ik Mijn leven afleg, opdat Ik hetzelve wederom neme. |
Johannes 11:7 | Daarna zeide Hij verder tot de discipelen: Laat ons wederom naar Judea gaan. |
Johannes 11:11 | Dit sprak Hij; en daarna zeide Hij tot hen: Lazarus, onze vriend, slaapt; maar Ik ga heen, om hem uit den slaap op te wekken. |
Johannes 11:26 | En een iegelijk, die leeft, en in Mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid. Gelooft gij dat? |
Johannes 11:51 | En dit zeide hij niet uit zichzelven; maar, zijnde hogepriester deszelven jaars, profeteerde hij, dat Jezus sterven zou voor het volk; |
Johannes 12:5 | Waarom is deze zalf niet verkocht voor driehonderd penningen, en den armen gegeven? |
Johannes 12:6 | En dit zeide hij, niet omdat hij bezorgd was voor de armen, maar omdat hij een dief was, en de beurs had, en droeg hetgeen gegeven werd. |
Johannes 12:18 | Daarom ging ook de schare Hem tegemoet, overmits zij gehoord had, dat Hij dat teken gedaan had. |
Johannes 12:27 | Nu is Mijn ziel ontroerd; en wat zal Ik zeggen? Vader, verlos Mij uit deze ure! Maar hierom ben Ik in deze ure gekomen. |
Johannes 12:33 | (En dit zeide Hij, betekenende, hoedanigen dood Hij sterven zou.) |
Johannes 12:39 | Daarom konden zij niet geloven, dewijl Jesaja wederom gezegd heeft: |
Johannes 13:11 | Want Hij wist, wie Hem verraden zou; daarom zeide Hij: Gij zijt niet allen rein. |