G5495 χείρ
arm, pols, hand

Bijbelteksten

Johannes 20:25De andere discipelen dan zeiden tot hem: Wij hebben den Heere gezien. Doch hij zeide tot hen: Indien ik in Zijn handen niet zie het teken der nagelen, en mijn vinger steke in het teken der nagelen, en steke mijn hand in Zijn zijde, ik zal geenszins geloven.
Johannes 20:27Daarna zeide Hij tot Thomas: Breng uw vinger hier, en zie Mijn handen, en breng uw hand, en steek ze in Mijn zijde; en zijt niet ongelovig, maar gelovig.
Johannes 21:18Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u: Toen gij jonger waart, gorddet gij uzelven, en wandeldet, alwaar gij wildet; maar wanneer gij zult oud geworden zijn, zo zult gij uw handen uitstrekken, en een ander zal u gorden, en brengen, waar gij niet wilt.
Handelingen 2:23Dezen, door den bepaalden raad en voorkennis Gods overgegeven zijnde, hebt gij genomen, en door de handen der onrechtvaardigen aan het [kruis] gehecht en gedood;
Handelingen 3:7En hem grijpende bij de rechterhand richtte hij [hem] op, en terstond werden zijn voeten en enkelen vast.
Handelingen 4:3En zij sloegen de handen aan hen, en zetten ze in bewaring tot den anderen dag; want het was nu avond.
Handelingen 4:28Om te doen al wat Uw hand en Uw raad te voren bepaald had, dat geschieden zou.
Handelingen 4:30Daarin, dat Gij Uw hand uitstrekt tot genezing, en dat tekenen en wonderen geschieden door den Naam van Uw heilig Kind Jezus.
Handelingen 5:12En door de handen der apostelen geschiedden vele tekenen en wonderen onder het volk; en zij waren allen eendrachtelijk in het voorhof van Salomo.
Handelingen 5:18En sloegen hun handen aan de apostelen, en zetten hen in de gemene gevangenis.
Handelingen 6:6Welken zij voor de apostelen stelden; en [dezen], als zij gebeden hadden, legden hun de handen op.
Handelingen 7:25En hij meende, dat zijn broeders zouden verstaan, dat God door zijn hand hun verlossing geven zou; maar zij hebben het niet verstaan.
Handelingen 7:35Dezen Mozes, welken zij verloochend hadden, zeggende: Wie heeft u tot een overste en rechter gesteld? dezen, [zeg ik], heeft God tot een overste en verlosser gezonden, door de hand des Engels, Die hem verschenen was in het doornenbos.
Handelingen 7:41En zij maakten een kalf in die dagen, en brachten offerande tot den afgod, en verheugden zich in de werken hunner handen.
Handelingen 7:50Heeft niet Mijn hand al deze dingen gemaakt?
Handelingen 8:17Toen legden zij de handen op hen, en zij ontvingen den Heiligen Geest.
Handelingen 8:18En als Simon zag, dat, door de oplegging van de handen der apostelen de Heilige Geest gegeven werd, zo bood hij hun geld aan,
Handelingen 8:19Zeggende: Geeft ook mij deze macht, opdat, zo wien ik de handen opleg, hij den Heiligen Geest ontvange.
Handelingen 9:12En hij heeft in een gezicht gezien, dat een man, met name Ananias, inkwam, en hem de hand oplegde, opdat hij wederom ziende werd.
Handelingen 9:17En Ananias ging heen en kwam in het huis; en de handen op hem leggende, zeide hij: Saul, broeder! de Heere heeft mij gezonden, [namelijk] Jezus, Die u verschenen is op den weg, dien gij kwaamt, opdat gij weder ziende en met den Heiligen Geest vervuld zoudt worden.

Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs