G5628

Bijbelteksten

Lukas 19:20En een ander kwam, zeggende: Heer, zie [hier] uw pond, hetwelk ik in een zweetdoek weggelegd had;
Lukas 19:24En hij zeide tot degenen, die bij hem stonden: Neemt dat pond van hem weg, en geeft het dien, die de tien ponden heeft.
Lukas 19:27Doch deze mijn vijanden, die niet hebben gewild, dat ik over hen koning zoude zijn, brengt [ze] hier, en slaat ze [hier] voor mij dood.
Lukas 19:30Zeggende: Gaat henen in dat vlek, dat tegenover is; in hetwelk inkomende, zult gij een veulen gebonden vinden, waarop geen mens ooit heeft gezeten; ontbindt hetzelve, en brengt het.
Lukas 20:2En spraken tot Hem zeggende: Zeg ons, door wat macht Gij deze dingen doet; of wie Hij is, Die U deze macht heeft gegeven?
Lukas 20:3En Hij, antwoordende, zeide tot hen: Ik zal u ook een woord vragen, en zegt Mij:
Lukas 20:25En Hij zeide tot hen: Geeft dan den keizer, dat des keizers is, en Gode, dat Gods [is].
Lukas 21:20Maar wanneer gij zien zult, dat Jeruzalem van heirlegers omsingeld wordt, zo weet alsdan, dat haar verwoesting nabij gekomen is.
Lukas 21:29En Hij zeide tot hen een gelijkenis: Ziet den vijgeboom, en al de bomen.
Lukas 22:10En Hij zeide tot hen: Ziet, als gij in de stad zult gekomen zijn, zo zal u een mens ontmoeten, dragende een kruik waters; volgt hem in het huis, daar hij ingaat.
Lukas 22:17En als Hij een drinkbeker genomen had, en gedankt had, zeide Hij: Neemt dezen, en deelt [hem] onder ulieden.
Lukas 22:21Doch ziet, de hand desgenen, die Mij verraadt, is met Mij aan de tafel.
Lukas 22:31En de Heere zeide: Simon, Simon, ziet, de satan heeft ulieden zeer begeerd om te ziften als de tarwe;
Lukas 22:38En zij zeiden: Heere! zie hier twee zwaarden. En Hij zeide tot hen: Het is genoeg.
Lukas 22:47En als Hij nog sprak, ziet daar een schare; en een van de twaalven, die genaamd was Judas, ging hun voor, en kwam bij Jezus, om Hem te kussen.
Lukas 22:67Zeggende: Zijt Gij de Christus, zeg het ons. En Hij zeide tot hen: Indien Ik het u zeg, gij zult het niet geloven;
Lukas 23:14Gij hebt dezen Mens tot mij gebracht, als een, die het volk afkerig maakt; en ziet, ik heb [Hem] in uw tegenwoordigheid ondervraagd, en heb in dezen Mens geen schuld gevonden, van hetgeen daar gij Hem mede beschuldigt;
Lukas 23:15Ja, ook Herodes niet; want ik heb ulieden tot hem gezonden, en ziet, er is van Hem niets gedaan, dat des doods waardig is.
Lukas 23:29Want ziet, er komen dagen, in welke men zeggen zal: Zalig [zijn] de onvruchtbaren, en de buiken, die niet gebaard hebben, en de borsten, die niet gezoogd hebben.
Lukas 23:30Alsdan zullen zij beginnen te zeggen tot de bergen: Valt op ons; en tot de heuvelen: Bedekt ons.

Mede mogelijk dankzij