G5637

Bijbelteksten

Markus 6:26En de koning, zeer bedroefd geworden zijnde, [nochtans] om de eden, en degenen, die mede aanzaten, wilde hij haar [hetzelve] niet afslaan.
Markus 6:35En als het nu laat op den dag geworden was, kwamen Zijn discipelen tot Hem, en zeiden: Deze plaats is woest, en het is nu laat op den dag;
Markus 6:47En als het nu avond was geworden, zo was het schip in het midden van de zee, en Hij was alleen op het land.
Markus 8:23En de hand des blinden genomen hebbende, leidde Hij hem uit buiten het vlek, en spoog in zijn ogen, en legde de handen op hem, en vraagde hem, of hij iets zag.
Markus 9:33En Hij kwam te Kapernaum, en in het huis gekomen zijnde, vraagde Hij hun: Waarvan hadt gij woorden onder elkander op den weg?
Markus 14:17En als het avond geworden was, kwam Hij met de twaalven.
Markus 15:33En als de zesde ure gekomen was, werd er duisternis over de gehele aarde, tot de negende ure toe.
Markus 15:42En als het nu avond was geworden, dewijl het de voorbereiding was, welke is de voorsabbat;
Markus 16:1En als de sabbat voorbijgegaan was, hadden Maria Magdalena, en Maria, [de moeder] van Jakobus, en Salome specerijen gekocht, opdat zij kwamen en Hem zalfden.
Markus 16:10Deze, heengaande, boodschapte het dengenen, die met Hem geweest waren, welke treurden en weenden.
Lukas 1:2Gelijk ons overgeleverd hebben, die van den beginne zelven aanschouwers en dienaars des Woords geweest zijn;
Lukas 4:23En Hij zeide tot hen: Gij zult zonder twijfel tot Mij dit spreekwoord zeggen: Medicijnmeester, genees Uzelven; al wat wij gehoord hebben, dat in Kapernaum geschied is, doe [dat] ook hier in Uw vaderland.
Lukas 4:42En als het dag werd, ging Hij uit, en trok naar een woeste plaats; en de scharen zochten Hem, en kwamen tot bij Hem, en hielden Hem op, dat Hij van hen niet zou weggaan.
Lukas 6:48Hij is gelijk een mens, die een huis bouwde, en groef, en verdiepte, en leide het fondament op een steenrots; als nu de hoge vloed kwam, zo sloeg de waterstroom tegen dat huis aan, en kon het niet bewegen; want het was op de steenrots gegrond.
Lukas 7:4Dezen nu, tot Jezus gekomen zijnde, baden Hem ernstelijk, zeggende: Hij is waardig, dat Gij hem dat doet;
Lukas 7:20En als de mannen tot Hem gekomen waren, zeiden zij: Johannes de Doper heeft ons tot U afgezonden, zeggende: Zijt Gij, Die komen zou, of verwachten wij een anderen?
Lukas 9:47Maar Jezus, ziende de overleggingen hunner harten, nam een kindeken, en stelde dat bij Zich;
Lukas 10:13Wee u, Chorazin, wee u, Bethsaida, want zo in Tyrus en Sidon de krachten geschied waren, die in u geschied zijn, zij zouden eertijds, in zak en as zittende, zich bekeerd hebben.
Lukas 10:32En desgelijks ook een Leviet, als hij was bij die plaats, kwam hij, en zag [hem], en ging tegenover [hem] voorbij.
Lukas 14:4Maar zij zwegen stil. En Hij nam [hem], en genas hem, en liet [hem] gaan.

Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken