Handelingen 23:34 | En de stadhouder, [den brief] gelezen hebbende, vraagde, uit wat provincie hij was; en verstaande, dat hij van Cilicie was, |
Handelingen 24:24 | En na sommige dagen, Felix, daar gekomen zijnde met Drusilla, zijn vrouw, die een Jodin was, ontbood Paulus, en hoorde hem van het geloof in Christus. |
Handelingen 24:25 | En als hij handelde van rechtvaardigheid, en matigheid, en [van] het toekomende oordeel, Felix, zeer bevreesd geworden zijnde, antwoordde: Voor ditmaal ga heen; en als ik gelegenen tijd zal hebben bekomen, zo zal ik u tot mij roepen. |
Handelingen 25:7 | En als hij daar gekomen was, stonden de Joden, die van Jeruzalem afgekomen waren, rondom [hem], vele en zware beschuldigingen tegen Paulus voortbrengende, die zij niet konden bewijzen; |
Handelingen 25:13 | En als enige dagen voorbijgegaan waren, kwamen de koning Agrippa en Bernice te Cesarea, om Festus te begroeten. |
Handelingen 25:15 | Om wiens wil, als ik te Jeruzalem was, de overpriesters en de ouderlingen der Joden verschenen, begerende vonnis tegen hem; |
Handelingen 25:26 | Van welken ik niets zekers heb aan den heer te schrijven; daarom heb ik hem voor ulieden voorgebracht, en meest voor u, koning Agrippa, opdat ik, na gedane onderzoeking, wat heb te schrijven. |
Handelingen 26:4 | Mijn leven dan van der jonkheid aan, hetwelk van den beginne onder mijn volk te Jeruzalem geweest is, weten al de Joden; |
Handelingen 26:6 | En nu sta ik, en word geoordeeld over de hoop der belofte, die van God tot de vaderen geschied is; |
Handelingen 27:7 | En als wij vele dagen langzaam voortvoeren, en nauwelijks tegenover Knidus gekomen waren, overmits het ons de wind niet toeliet, zo voeren wij onder Kreta heen, tegenover Salmone. |
Handelingen 27:9 | En als veel tijd verlopen, en de vaart nu zorgelijk was, omdat ook de vasten nu voorbij was, vermaande hen Paulus, |
Handelingen 27:36 | En zij allen, goedsmoeds geworden zijnde, namen ook zelven spijze. |
Handelingen 28:9 | Als dit dan geschied was, kwamen ook tot hem de anderen, die krankheden hadden in het eiland, en werden genezen. |
Handelingen 28:13 | Van waar wij omvoeren, en kwamen aan te Regium; en alzo, na een dag, de wind zuid werd, kwamen wij den tweeden dag te Puteoli; |
Handelingen 28:21 | Maar zij zeiden tot hem: Wij hebben noch brieven u aangaande van Judea ontvangen; noch iemand van de broeders, hier gekomen zijnde, heeft van u iets kwaads geboodschapt of gesproken. |
Romeinen 1:3 | Van Zijn Zoon, (Die geworden is uit het zaad van David, naar het vlees; |
Romeinen 7:3 | Daarom dan, indien zij eens anderen mans wordt, terwijl de man leeft, zo zal zij een overspeelster genaamd worden; maar indien de man gestorven is, zo is zij vrij van de wet, alzo dat zij geen overspeelster is, als zij eens anderen mans wordt. |
2 Corinthiers 1:8 | Want wij willen niet, broeders, dat gij onwetende zijt van onze verdrukking, die ons in Azie overkomen is, dat wij uitnemend zeer bezwaard zijn geweest boven [onze] macht, alzo dat wij zeer in twijfel waren, ook van het leven. |
Galaten 3:13 | Christus heeft ons verlost van den vloek der wet, een vloek geworden zijnde voor ons; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk, die aan het hout hangt. |
Galaten 4:4 | Maar wanneer de volheid des tijds gekomen is, heeft God Zijn Zoon uitgezonden, geworden uit een vrouw, geworden onder de wet; |