Lukas 22:2 | En de overpriesters en de Schriftgeleerden zochten, hoe zij Hem ombrengen zouden; want zij vreesden het volk. |
Lukas 22:41 | En Hij scheidde Zich van hen af, omtrent een steenworp; en knielde neder en bad, |
Lukas 22:44 | En in zwaren strijd zijnde, bad Hij te ernstiger. En zijn zweet werd gelijk grote droppelen bloeds, die op de aarde afliepen. |
Lukas 22:47 | En als Hij nog sprak, ziet daar een schare; en een van de twaalven, die genaamd was Judas, ging hun voor, en kwam bij Jezus, om Hem te kussen. |
Lukas 22:55 | En als zij vuur ontstoken hadden in het midden van de zaal, en zij te zamen nederzaten, zat Petrus in het midden van hen. |
Lukas 22:59 | En als het omtrent een uur geleden was, bevestigde [dat] een ander, zeggende: In der waarheid, ook deze was met Hem; want hij is ook een Galileer. |
Lukas 23:23 | Maar zij hielden aan met groot geroep, eisende, dat Hij zou gekruist worden; en hun en der overpriesteren geroep werd geweldiger. |
Lukas 23:51 | (Deze had niet mede bewilligd in hun raad en handel) van Arimathea, een stad der Joden, en die ook zelf het Koninkrijk Gods verwachtte; |
Lukas 24:15 | En het geschiedde, terwijl zij samen spraken, en elkander ondervraagden, dat Jezus Zelf bij [hen] kwam, en met hen ging. |
Lukas 24:28 | En zij kwamen nabij het vlek, daar zij naar toegingen; en Hij hield Zich, alsof Hij verder gaan zou. |
Lukas 24:35 | En zij vertelden, hetgeen op den weg [geschied was], en hoe Hij hun bekend was geworden in het breken des broods. |
Johannes 4:6 | En aldaar was de fontein Jakobs. Jezus dan, vermoeid zijnde van de reize, zat alzo neder nevens de fontein. Het was omtrent de zesde ure. |
Johannes 4:30 | Zij dan gingen uit de stad, en kwamen tot Hem. |
Johannes 4:50 | Jezus zeide tot hem: Ga heen, uw zoon leeft. En de mens geloofde het woord, dat Jezus tot hem zeide, en ging heen. |
Johannes 5:3 | In dezelve lag een grote menigte van kranken, blinden, kreupelen, verdorden, wachtende op de roering des waters. |
Johannes 5:4 | Want een engel daalde neder op zekeren tijd in dat badwater, en beroerde het water; die dan eerst daarin kwam, na de beroering van het water, die werd gezond, van wat ziekte hij ook bevangen was. |
Johannes 6:3 | En Jezus ging op den berg, en zat aldaar neder met Zijn discipelen. |
Johannes 6:17 | En in het schip gegaan zijnde, kwamen zij over de zee naar Kapernaum. En het was alrede duister geworden, en Jezus was tot hen niet gekomen. |
Johannes 6:52 | De Joden dan streden onder elkander, zeggende: Hoe kan ons deze [Zijn] vlees te eten geven? |
Johannes 8:2 | En des morgens vroeg kwam Hij wederom in den tempel, en al het volk kwam tot Hem; en nedergezeten zijnde, leerde Hij hen. |