Lukas 24:13 | En zie, twee van hen gingen op denzelfden dag naar een vlek, dat zestig stadien van Jeruzalem was, welks naam was Emmaus; |
Lukas 24:32 | En zij zeiden tot elkander: Was ons hart niet brandende in ons, als Hij tot ons sprak op den weg, en als Hij ons de Schriften opende? |
Lukas 24:53 | En zij waren allen tijd in den tempel, lovende en dankende God. Amen. |
Johannes 1:1 | In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. |
Johannes 1:2 | Dit was in den beginne bij God. |
Johannes 1:4 | In Hetzelve was het Leven, en het Leven was het Licht der mensen. |
Johannes 1:8 | Hij was het Licht niet, maar [was gezonden], opdat hij van het Licht getuigen zou. |
Johannes 1:9 | [Dit] was het waarachtige Licht, Hetwelk verlicht een iegelijk mens, komende in de wereld. |
Johannes 1:10 | Hij was in de wereld, en de wereld is door Hem gemaakt; en de wereld heeft Hem niet gekend. |
Johannes 1:15 | Johannes getuigt van Hem, en heeft geroepen, zeggende: Deze was het, van Welken ik zeide: Die na mij komt, is voor mij geworden, want Hij was eer dan ik. |
Johannes 1:23 | Hij zeide: Ik ben de stem des roependen in de woestijn: Maakt den weg des Heeren recht, gelijk Jesaja, de profeet, gesproken heeft. |
Johannes 1:24 | En de afgezondenen waren uit de Farizeen; |
Johannes 1:28 | Deze dingen zijn geschied in Bethabara, over de Jordaan, waar Johannes was dopende. |
Johannes 1:30 | Deze is het, van Welken ik gezegd heb: Na mij komt een Man, Die voor mij geworden is, want Hij was eer dan ik. |
Johannes 1:39 | Wat zoekt gij? En zij zeiden tot Hem: Rabbi (hetwelk is te zeggen, overgezet zijnde, Meester) waar woont Gij? |
Johannes 1:40 | Hij zeide tot hen: Komt en ziet! Zij kwamen en zagen, waar Hij woonde, en bleven dien dag bij Hem. En het was omtrent de tiende ure. |
Johannes 1:44 | Des anderen daags wilde Jezus heengaan naar Galilea, en vond Filippus, en zeide tot hem: Volg Mij. |
Johannes 2:1 | En op den derden dag was er een bruiloft te Kana in Galilea; en de moeder van Jezus was aldaar. |
Johannes 2:6 | En aldaar waren zes stenen watervaten gesteld, naar de reiniging der Joden, elk houdende twee of drie metreten. |
Johannes 2:13 | En het pascha der Joden was nabij, en Jezus ging op naar Jeruzalem. |