G5720

Bijbelteksten

Galaten 5:1Staat dan in de vrijheid, met welke ons Christus vrijgemaakt heeft, en wordt niet wederom met het juk der dienstbaarheid bevangen.
Galaten 5:13Want gij zijt tot vrijheid geroepen, broeders, alleenlijk [gebruikt] de vrijheid niet tot een oorzaak voor het vlees; maar dient elkander door de liefde.
Galaten 5:15Maar indien gij elkander bijt en vereet, ziet toe, dat gij van elkander niet verteerd wordt.
Galaten 5:16En ik zeg: Wandelt door den Geest en volbrengt de begeerlijkheden des vleses niet.
Galaten 6:1Broeders, indien ook een mens vervallen ware door enige misdaad, gij, die geestelijk zijt, brengt den zodanige te recht met den geest der zachtmoedigheid; ziende op uzelven, opdat ook gij niet verzocht wordt.
Galaten 6:2Draagt elkanders lasten, en vervult alzo de wet van Christus.
Galaten 6:4Maar een iegelijk beproeve zijn eigen werk; en alsdan zal hij aan zichzelven alleen roem hebben, en niet aan een anderen.
Galaten 6:6En die onderwezen wordt in het Woord, dele mede van alle goederen dengene, die [hem] onderwijst.
Galaten 6:17Voorts, niemand doe mij moeite aan; want ik draag de littekenen van den Heere Jezus in mijn lichaam.
Efeziers 2:11Daarom gedenkt, dat gij, die eertijds heidenen waart in het vlees, en die voorhuid genaamd werdt van degenen, die genaamd zijn besnijdenis in het vlees, die met handen geschiedt;
Efeziers 4:25Daarom legt af de leugen, en spreekt de waarheid, een iegelijk met zijn naaste; want wij zijn elkanders leden.
Efeziers 4:26Wordt toornig, en zondigt niet; de zon ga niet onder over uw toornigheid;
Efeziers 4:27En geeft den duivel geen plaats.
Efeziers 4:28Die gestolen heeft, stele niet meer, maar arbeide liever, werkende dat goed is met de handen, opdat hij hebbe mede te delen dengene, die nood heeft.
Efeziers 4:30En bedroeft den Heiligen Geest Gods niet, door Welken gij verzegeld zijt tot den dag der verlossing.
Efeziers 5:2En wandelt in de liefde, gelijkerwijs ook Christus ons liefgehad heeft, en Zichzelven voor ons heeft overgegeven tot een offerande en een slachtoffer, Gode tot een welriekenden reuk.
Efeziers 5:6Dat u niemand verleide met ijdele woorden; want om deze dingen komt de toorn Gods over de kinderen der ongehoorzaamheid.
Efeziers 5:8Want gij waart eertijds duisternis, maar nu zijt gij licht in den Heere; wandelt als kinderen des lichts.
Efeziers 5:11En hebt geen gemeenschap met de onvruchtbare werken der duisternis, maar bestraft ze ook veeleer.
Efeziers 5:14Daarom zegt Hij: Ontwaakt, gij, die slaapt, en staat op uit de doden; en Christus zal over u lichten.

Mede mogelijk dankzij